In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 april 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 2006, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met een voorwaardelijk deel van 20 uren en bijkomende voorwaarden voor hulpverlening. De advocaat-generaal had in hoger beroep een geheel voorwaardelijke taakstraf geëist, maar de raadsman van de verdachte pleitte voor teruggave van de in beslag genomen telefoon en stelde dat de bijzondere voorwaarden niet noodzakelijk waren.
Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de ernst van het feit, waarbij de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het vervaardigen van seksuele afbeeldingen van meerdere personen in een zwembad. Het hof oordeelde dat de privacy van de slachtoffers ernstig was geschonden en dat de verdachte onvoldoende oog had voor de gevolgen van zijn daden. Het hof heeft de strafoplegging aangepast door de taakstraf te bevestigen, maar de bijzondere voorwaarden te laten vervallen, gezien de positieve begeleiding die de verdachte op school ontvangt.
De in beslag genomen telefoon, die door de verdachte werd gebruikt voor het strafbare feit, is verbeurd verklaard. Het hof heeft de ernst van het feit en de gevolgen daarvan zwaarder laten wegen dan de persoonlijke belangen van de verdachte. De beslissing van het hof is in lijn met de toepasselijke artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en het vonnis waarvan beroep is voor het overige bevestigd.