ECLI:NL:GHAMS:2022:2794
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de oplegging van de ISD-maatregel in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 juni 2021. De verdachte, geboren in 1965 en thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad, had hoger beroep ingesteld tegen de opgelegde ISD-maatregel. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd op 6 juli 2022 en 14 september 2022, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. De advocaat-generaal vorderde dat de ISD-maatregel zou worden gehandhaafd, hetgeen het hof heeft bevestigd, met enkele aanvullingen op de bewijsmiddelen en een nadere overweging over de ISD-maatregel.
Het hof heeft de argumenten van de raadsman, die stelde dat de ISD-maatregel niet opgelegd moest worden omdat de verdachte geen veelpleger is en de delicten uit emotie zijn gepleegd, niet gevolgd. Het hof oordeelde dat de oplegging van de ISD-maatregel gerechtvaardigd is, gezien de adviezen van de reclassering en de ernst van de gepleegde delicten. Het hof heeft de conclusies van de reclassering overgenomen en het verweer van de raadsman verworpen. De beslissing van het hof is om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen in het arrest.