ECLI:NL:GHAMS:2022:2770
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling omgangsregeling voor uit huis geplaatst kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een moeder en haar uit huis geplaatst kind, [minderjarige]. De moeder had in hoger beroep verzocht om een omgangsregeling vast te stellen, nadat de kinderrechter in eerste aanleg haar verzoek had afgewezen. De moeder en [minderjarige] hebben sinds november 2019 contact, maar de omgang is tot nu toe onder begeleiding geweest. De moeder verzocht om uitbreiding van de omgang, terwijl de William Schrikker Stichting (WSS), de verweerster in deze zaak, de huidige regeling wilde handhaven.
Het hof heeft vastgesteld dat de huidige omgangsregeling, waarbij de moeder en [minderjarige] wekelijks drie aaneengesloten uren contact hebben, goed verloopt. De moeder had verzocht om een regeling waarbij [minderjarige] ook in het weekend bij haar zou zijn, maar het hof oordeelde dat dit op dit moment niet in het belang van [minderjarige] is. Het hof heeft de huidige regeling bevestigd en benadrukt dat de omgang onder begeleiding moet blijven, gezien de kwetsbaarheid van [minderjarige] en haar ontwikkelingsachterstand. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om de huidige regeling te handhaven, en het hof heeft dit advies gevolgd. De beslissing van het hof biedt duidelijkheid voor alle betrokkenen en stelt de mogelijkheid open voor toekomstige aanpassingen in de omgangsregeling, afhankelijk van de ontwikkeling van [minderjarige].