ECLI:NL:GHAMS:2022:2735

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
23-002409-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met betrekking tot e-mailberichten en bewijsvoering

Op 21 september 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 30 augustus 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1981, die in hoger beroep ging tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 7 september 2022 gehouden, waarbij de advocaat-generaal heeft gevorderd het vonnis te bevestigen. De verdachte heeft betoogd dat de e-mailberichten, die als bewijs zijn gebruikt, niet door hem maar door een ander zijn verzonden, maar het hof achtte deze stelling niet aannemelijk.

Het hof heeft de bewijsmiddelen die in eerste aanleg zijn gebruikt, vervangen door nieuwe bewijsmiddelen zoals voorgeschreven door de wet. De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de e-mailberichten afkomstig van het e-mailadres van de verdachte zijn verzonden, en dat de verdediging niet overtuigend heeft aangetoond dat een ander deze berichten heeft verstuurd.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, met de rechters R. Kuiper, N. van der Wijngaart en P.K. van Riemsdijk. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 21 september 2022, waarbij mr. P.K. van Riemsdijk niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002409-21
datum uitspraak: 21 september 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 30 augustus 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-120029-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman en de verdachte naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
  • de gebezigde bewijsmiddelen vervangt door de bewijsmiddelen die – in de door de wet voorgeschreven gevallen – worden neergelegd in een aanvulling op het verkort arrest als bedoeld in artikel 365a Sv;
  • naar aanleiding van hetgeen in hoger beroep is aangevoerd de alinea beginnende met: “
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen gaat het hof ervan uit dat de e-mailberichten afkomstig van het e-mailadres [emailadres] zijn verzonden door de verdachte. De stelling van de verdachte ter zitting dat niet hij, maar een ander de berichten afkomstig van dat e-mailadres moet hebben verstuurd, namelijk iemand aan wie hij toestemming heeft gegeven om gebruik te maken van de Wifi-verbinding van zijn woning, acht het hof niet aannemelijk.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. N. van der Wijngaart en mr. P.K. van Riemsdijk, in tegenwoordigheid van mr. R.M. ter Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 september 2022.
Mr. P.K. van Riemsdijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.