Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Basis module Financieel Fit Particulier” à € 24,99 per maand inclusief btw en de “
Module Administratie (YUKI)” à € 60,00 per maand exclusief btw, zoals is vermeld in de door [appellant] uitgebrachte offerte voor “
Indygo Membership Financieel Fit” van 29 oktober 2013, die door beide partijen is ondertekend.
Membership Financieel Fit Indygo Financiële Adviseurs” en een aan incassant Yuki te Rotterdam voor een af te schrijven bedrag van € 78,65.
Voor u verrichte werkzaamheden: Belastingadvies”.
Hypotheek Aanvraag”,van welke factuur [appellant] nog een bedrag van € 2.300,00 van [geïntimeerde] vordert.
3.Beoordeling
Dwangbevel met bevel tot betaling”van de Belastingdienst aan [geïntimeerde] van 10 januari 2014 overgelegd. Volgens [appellant] heeft [geïntimeerde] de factuur en/of de werkzaamheden nimmer betwist. [geïntimeerde] heeft zich hiertegen verweerd en betwist dat er opdracht is gegeven aan [appellant] om hem belastingadvies te geven dan wel werkzaamheden te verrichten waarvoor nog een bedrag van € 37,44 moet worden betaald. Volgens [geïntimeerde] is er sprake van een spookfactuur.
- een opdrachtbevestiging van 15 maart 2010 waarbij [geïntimeerde] aan [appellant] opdracht heeft gegeven tot het adviseren en bemiddelen bij het omzetten van zijn huidige financiering. De hoogte van de financiering bedraagt € 320.000,00. De opdrachtbevestiging is door beide partijen ondertekend. In de opdrachtbevestiging is vermeld dat een uurtarief van € 55,00 tot € 175,00 in rekening wordt gebracht;
- een brief van Nationale-Nederlanden van 21 december 2010 aan [geïntimeerde] waarbij Nationale-Nederlanden een lening van € 277.364,89 opeist ter zake van de hypotheek op de woning van [geïntimeerde] ;
“Basis module Financieel Fit Particulier”à € 24,99 per maand inclusief btw en de
“Module Administratie (YUKI)”à € 60,00 per maand exclusief btw, zoals is vermeld in de offerte voor
“Indygo Membership Financieel Fit”van 29 oktober 2013. [appellant] heeft gesteld dat partijen daarnaast nog zijn overeengekomen dat [appellant] jaarrekeningen voor [geïntimeerde] zou opstellen tegen betaling van een bedrag van € 360,00 exclusief btw per jaar, ook al is deze module niet aangevinkt in de offerte. [appellant] heeft ter onderbouwing van de gevorderde 29 facturen jaarstukken van [geïntimeerde] van 2014 tot en met 2017 overgelegd en belastingstukken (IB-aangiftes) van 2013 tot en met 2016. Volgens [appellant] is er geen reden om niet uit te gaan van de door hem gevoerde administratie. [geïntimeerde] heeft de verschuldigdheid van het door [appellant] gevorderde bedrag van € 4.258,57 ter zake van de zakelijke facturen gemotiveerd betwist. Allereerst dateren, zo stelt hij, de laatste twee facturen, die van 9 april 2018 en 19 april 2018 van na de opzegging door [geïntimeerde] van zijn contract met [appellant] op 5 december 2017 en heeft hij geen opdracht gegeven om deze werkzaamheden uit te voeren. Verder heeft [geïntimeerde] , zo stelt hij, slechts opdracht gegeven voor een basismodule van € 24,99 per maand inclusief btw en de module Yuki van € 60,00 per maand exclusief btw. Uit de door [geïntimeerde] overgelegde bankafschriften uit de periode 2014 - 2018 volgt dat er in totaal een bedrag van € 4.906,31 aan [appellant] is betaald, wat meer is dan het bedrag van € 4.879,50 dat [appellant] op grond van de overeenkomst voor de basismodule en de module Yuki kon vorderen. [appellant] heeft nog gesteld dat de factuur van 19 april 2018 betrekking heeft op het opstellen van jaarstukken in de voorafgaande periode. Verder staat in de offerte dat de bedragen op voorschotbasis zijn berekend en is het volgens [appellant] niet juist dat [geïntimeerde] op basis van de offerte enkel de daarin genoemde (voorschot)bedragen verschuldigd was. [geïntimeerde] heeft ook geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij tegen een of meer facturen heeft geprotesteerd, aldus [appellant] . Naar aanleiding hiervan heeft [geïntimeerde] nog aangevoerd dat uit niets blijkt dat door [appellant] werkzaamheden `buiten de scope van het contract’ zijn verricht.
Basis module Financieel Fit Particulier” à € 24,99 per maand inclusief btw en de “
Module Administratie (YUKI)” à € 60,00 per maand exclusief btw. Uit de offerte van 29 oktober 2013 blijkt niet dat is overeengekomen een bedrag van € 360,00 exclusief btw per jaar voor het opstellen van een jaarrekening. Wel is in de offerte opgenomen dat, mochten buiten de overeengekomen werkzaamheden aanvullende diensten gewenst zijn, hiervoor separaat een prijsopgave zou worden gedaan. [appellant] heeft gesteld dat hij meer werkzaamheden voor [geïntimeerde] heeft verricht dan enkel de werkzaamheden op grond van beide modules. Echter, niet gesteld of gebleken is dat [appellant] van de door hem gestelde extra werkzaamheden separaat een prijsopgave heeft gedaan, terwijl hij daartoe wel verplicht was op grond van hetgeen partijen in de offerte waren overeengekomen. [appellant] heeft evenmin toegelicht en duidelijk gemaakt op grond waarvan het door hem gestelde meerwerk is verricht en waarom deze extra werkzaamheden buiten de overeengekomen modules zouden vallen. Gelet hierop heeft [appellant] onvoldoende onderbouwd gesteld dat partijen aanvullende diensten zijn overeengekomen. Evenmin heeft [appellant] voldoende onderbouwd waarom hij meer van [geïntimeerde] te vorderen heeft dan de bedragen die [geïntimeerde] op grond van beide modules aan [appellant] verschuldigd is. Volgens [geïntimeerde] blijkt uit de door hem overgelegde bankafschriften dat hij in de periode 2014 - 2018 in totaal een bedrag van € 4.906,31 heeft betaald voor door [appellant] verrichte zakelijke werkzaamheden, hetgeen door [appellant] niet is weersproken, en dat dit meer is dan het bedrag van € 4.879,50 dat [appellant] op grond van de overeengekomen modules te vorderen heeft. Op grond van beide modules diende [geïntimeerde] immers maandelijks een bedrag van € 97,59 te betalen (€ 24,99 inclusief btw voor de basismodule en € 72,60 inclusief btw voor Yuki). [appellant] heeft onvoldoende toegelicht waarom bij meerdere maandelijkse facturen hogere bedragen aan [geïntimeerde] in rekening zijn gebracht dan de bedragen die [geïntimeerde] op grond van de modules verschuldigd was. Verder heeft [appellant] slechts een overzicht gegeven van de factuurbedragen die [geïntimeerde] volgens hem verschuldigd is, maar niet van de bedragen die reeds door [geïntimeerde] zijn voldaan, terwijl het aan [appellant] was om dat wel te doen. Voorts heeft [appellant] niet duidelijk gemaakt op grond waarvan hij betaling vordert van de facturen van 9 en 19 april 2018 die dateren van na de opzegging van zijn diensten en het Yuki-abonnement door [geïntimeerde] bij e-mail van 5 december 2017. Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat [appellant] zijn vordering onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt en onvoldoende heeft onderbouwd. Uit de stelling van [appellant] dat [geïntimeerde] niet heeft geprotesteerd tegen de facturen, hetgeen door [geïntimeerde] is betwist, kan niet zonder meer worden afgeleid dat [geïntimeerde] het eens was met de facturen. De conclusie is dat ook deze vordering van [appellant] niet toewijsbaar is.