3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) Het gebouw aan de [straatnaam] 490-492 te [plaats] is in 1984 gesplitst in vier appartementsrechten, te weten A-1 tot en met A-4.
(ii) Blijkens de splitsingsakte is het Modelreglement 1983 (verder: het modelreglement) van toepassing.
(iii) Domstad is sinds 6 januari 2020 eigenaar van het appartementsrecht A-1, dat recht geeft op het gebruik van de bedrijfsruimte met open plaats op de begane grond. Domstad exploiteert in de bedrijfsruimte een horecagelegenheid. De ingang naar de horecagelegenheid bevindt zich op de begane grond van het naastgelegen pand aan de [straatnaam] 494, dat ook in eigendom is bij Domstad. Er is op dit moment geen in-/uitgang naar het appartementsrecht A-1 via het pand aan de [straatnaam] 490-492.
(iv) [appellant] is sinds 2 december 2020 eigenaar van de appartementsrechten A-2 tot en met A-4, die volgens de splitsingsakte recht geven op het gebruik van de bedrijfsruimte met hal op de eerste verdieping (A-2), de bedrijfsruimte met hal en watercloset op de tweede verdieping (A-3), het bordes op de tweede verdieping, de bedrijfsruimte met watercloset, overloop en gang van de derde verdieping en de berging met plat dak op de vierde verdieping (A-4).
( v) De appartementsrechten A-2 tot en met A-4 vormen momenteel als geheel een woonhuis op de eerste, tweede, derde en vierde verdieping. Het woonhuis kan worden bereikt via de voordeur van de [straatnaam] 490-492, waarachter zich een kleine entreeruimte vaan ca. 4 m2 en het begin van de trap naar de eerste verdieping bevinden.
(vi) In 2009 hebben de rechtsvoorgangers van Domstad en [appellant] de splitsingsakte gewijzigd. In de wijzigingsakte is, voor zover hier relevant, het volgende bepaald:
“In tegenstelling tot hetgeen in dit artikel is vermeld behoren niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en zaken, en maken derhalve deel uit van de appartementsrechten met indexnummers 2, 3 en 4;
- het trappenhuis vanaf de begane grond naar de derde verdieping;”
(vii) Omstreeks oktober 2020 heeft Domstad het voornemen geuit haar bedrijfsruimte (tevens) te ontsluiten via de entreehal van het pand aan de [straatnaam] 490-492, om conform geldende overheidsmaatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus, eenrichtingsverkeer in de bedrijfsruimte mogelijk te maken. De rechtsvoorganger van [appellant] heeft hiertegen geprotesteerd, met het argument dat de entreehal zijn privé-eigendom is.
(viii) Op 1 december 2020 heeft een algemene ledenvergadering plaatsgevonden. Op deze ALV is bij besluit met drie stemmen voor en één stem tegen bevestigd dat de entreehal behoort tot het privé gedeelte van de appartementen A-2 tot en met A-4, en dus niet gemeenschappelijk is.
Procedure bij de kantonrechter