Uitspraak
1.Het geding en het procesverloop
eersteverzoeken) in de zaken met nummers K21/230033 en K21/230034.
tweedeverzoeken, geregistreerd onder de nummers 200.307.899/02 en 200.307.901/02). Deze verzoeken zijn zonder behandeling ter zitting afgedaan en verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in deze wrakingsverzoeken. Die beslissing is op 15 juli 2022 gegeven.
eersteverzoeken) niet op 20 juli 2022 maar op 8 augustus 2022 om 10:00 uur worden behandeld.
derdeverzoeken, geregistreerd onder de nummers 200.307.899/03 en 200.307.901/03).
vierdeverzoeken). Dit wrakingsverzoek luidt als volgt:
derdeverzoeken) niet-ontvankelijk verklaard. Ook deze verzoeken zijn zonder behandeling ter zitting afgedaan. Daarnaast is bepaald dat een volgend verzoek van verzoeker tot wraking van de wrakingskamer in deze procedures niet in behandeling wordt genomen.
eerstewrakingsverzoeken plaatsgevonden. Verzoeker was door middel van een digitale verbinding aanwezig en heeft de wrakingsverzoeken nader toegelicht. Ook is verschenen mr. J.B. Develing, advocaat-generaal bij het gerechtshof Amsterdam, die het woord heeft gevoerd en heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring en afwijzing van de wrakingsverzoeken. De raadsheer is niet ter zitting verschenen.
vijfdeverzoeken) omdat hij het – kort gezegd – niet eens is met de procedure.
2.Het eerstewrakingsverzoek en overige bezwaren verzoeker
eerstewrakingsverzoeken het volgende aangevoerd:
3.Beoordeling wrakingskamer
vierdeverzoeken). Verzoeker heeft daarbij niet met name aangegeven welke raadsheren hij wraakt en ook geen gronden aangevoerd. Vervolgens heeft verzoeker tijdens de zitting de wrakingskamer weer gewraakt (
vijfdeverzoeken).
vijfdeverzoeken – die verzoeker tijdens de mondelinge behandeling op
eerstewrakingsverzoeken – te beoordelen.
eerstewrakingsverzoek (in twee zaken) is gedaan in een procedure krachtens art. 12 Sv. Zoals hiervoor (3.4) overwogen zoekt de wrakingskamer voor de procedureregels aansluiting bij het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering. Op grond van artikel 512 Sv – voor zover hier van belang – kan op verzoek van de verdachte (of, zoals in dit geval een klager) elk van de rechters (in hoger beroep: raadsheren) die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.