ECLI:NL:GHAMS:2022:2437

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2022
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
23-004179-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hennepteeltzaak door onderverhuur van pand

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1983, was beschuldigd van hennepteelt en het illegaal afnemen van elektriciteit en drinkwater in Purmerend. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het opzettelijk telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit en water. Tijdens de zitting op 2 augustus 2022 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straffen als eerder opgelegd. Echter, het hof heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn dat de verdachte het pand waarin de hennepkwekerij was aangetroffen, had onderverhuurd aan een derde partij. Dit werd ondersteund door getuigenverklaringen en bewijsstukken, waaronder een app-bericht. Het hof oordeelde dat niet met de vereiste mate van zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. Daarom heeft het hof het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004179-19
datum uitspraak: 16 augustus 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 1 november 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-008099-18 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1983,
adres: [adres01] , [postcode01] [plaats01].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
van 2 augustus 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte
en de raadsman mr. B.K. Hummen, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op of omstreeks 21 maart 2016 te Purmerend tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres02] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 124, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
1. subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 21 maart 2016 te Purmerend met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres02] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 124, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 21 maart 2016 te Purmerend, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2. primair
hij in of omstreeks de periode van maart 2015 tot en met 21 maart 2016 te Purmerend, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van maart 2015 tot en met 21 maart 2016 te Purmerend, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een pand, gelegen aan de [adres02] , heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van maart 2015 tot en met 21 maart 2016 te Purmerend, opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) die woning en/of pand en de aldaar aanwezige elektriciteitsvoorzieningen voor de teelt van hennepplanten ter beschikking te stellen;
3. primair
hij in of omstreeks de periode van 21 maart 2016 te Purmerend, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid drinkwater, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van manipulatie aan de drinkwaterinstallatie;
3. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 21 maart 2016 te Purmerend, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een pand, gelegen aan de [adres02] , heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid drinkwater, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft gebracht door middel van manipulatie aan de drinkwaterinstallatie, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 21 maart 2016 te Purmerend, opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) die woning en/of pand en de aldaar aanwezige drinkwaterinstallatie voor de teelt van hennepplanten ter beschikking te stellen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg zijn opgelegd.

Vrijspraak

Er bestaan aanwijzingen dat de verdachte de ruimte, waar de ten laste gelegde feiten zijn begaan, in de betreffende periode heeft onderverhuurd aan de persoon die in het dossier wordt aangeduid als Kees. Deze aanwijzingen vindt het hof in de verklaring van getuige [getuige01] , de verklaring van
de verdachte op de terechtzitting in hoger beroep, en in het feit dat, gelet op een in hoger beroep overgelegd app-bericht d.d. 22 december 2015, de verdachte heeft geprobeerd het huurcontract tussentijds op te zeggen.
Naar het oordeel van het hof is daarom niet met een voor bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid komen vast te staan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte zal worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. S. Clement en mr. P.C. Verloop, in tegenwoordigheid van
mr. A.S. de Bruin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
16 augustus 2022.
Mr. Verloop is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================[…]