ECLI:NL:GHAMS:2022:2229

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
23-002759-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van bezwaren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 augustus 2021, maar heeft op 12 juli 2022 via haar raadsman laten weten dat zij haar bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft. De advocaat-generaal heeft vervolgens verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met verder onderzoek naar de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. R. Oude Breuil niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak is gedaan tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002759-21
datum uitspraak: 14 juli 2022
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 augustus 2021 in de strafzaak onder parketnummer
13-698486-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedag],
adres: [adres]

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
14 juli 2022.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkend tot de
niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in haar hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Bij e-mailbericht van 12 juli 2022 heeft de raadsman van de verdachte meegedeeld dat de verdachte haar bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft en dat zij het hof verzoekt haar niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Aangezien ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. S. Clement en mr. R. Oude Breuil, in tegenwoordigheid
van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 14 juli 2022.
mr. R. Oude Breuil is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.