ECLI:NL:GHAMS:2022:2223

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
23-001456-19 (herstelarrest)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake niet-ontvankelijkheid in hoger beroep en heropening van het onderzoek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2022 een herstelarrest gewezen in een hoger beroep dat eerder was ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De betrokkene was op 12 juli 2022 niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, omdat hij en zijn raadsvrouw niet ter terechtzitting waren verschenen en er geen schriftelijke grieven waren ingediend. De raadsvrouw, mr. M.J.R. Roethof, had echter op 12 juli 2022 om 12:12 uur een e-mail gestuurd waarin zij aangaf alsnog gemachtigd te zijn om de verdediging te voeren en haar grieven en onderzoekswensen uiteenzette. Deze e-mail was echter niet op tijd ontvangen door het hof, wat leidde tot de onterechte niet-ontvankelijkheid van de betrokkene.

Na een verzoek van de raadsvrouw om het onderzoek te heropenen, heeft de advocaat-generaal ingestemd met dit verzoek. Het hof heeft vastgesteld dat de eerdere beslissing om de betrokkene niet-ontvankelijk te verklaren onjuist was, gezien de omstandigheden en de communicatie van de raadsvrouw. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en de betrokkene op te roepen voor een regiezitting op 13 oktober 2022. De verdediging is verzocht om uiterlijk 20 augustus 2022 een conclusie in te dienen met de redenen voor het hoger beroep en de onderzoekswensen, waarna de advocaat-generaal de gelegenheid krijgt om hierop te reageren.

Dit arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij de meervoudige strafkamer heeft geoordeeld dat de eerdere niet-ontvankelijkheid van de betrokkene hersteld moet worden. De zaak zal verder worden behandeld in de rolzitting van 13 oktober 2022, waarbij de betrokkene en zijn raadsvrouw opnieuw zullen worden betrokken.

Uitspraak

parketnummer: 23-001456-19 (ontneming)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam van 26 juli 2022 tot herstel van het arrest gewezen op 12 juli 2022 op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 april 2019 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer 13-710056-12 tegen de betrokkene:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum],
adres: [adres]

Arrest van 12 juli 2022

Bij dit arrest heeft het hof de betrokkene, op de voet van het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering (Sv), niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, aangezien de betrokkene, noch zijn raadsvrouw, ter terechtzitting was verschenen, er geen schriftuur houdende grieven was ingediend en evenmin mondeling bezwaren tegen het vonnis waren opgegeven.

Gang van zaken

Het volgende is gepasseerd.
Ter terechtzitting van 4 mei 2022 is de zaak voor regie behandeld. De raadsvrouw van de betrokkene, mr. M.J.R. Roethof, was verschenen. Zij deelde mede niet gemachtigd te zijn en er niet in te zijn geslaagd haar cliënt te bereiken. Zij heeft om aanhouding verzocht teneinde de betrokkene in de gelegenheid te stellen haar te machtigen de verdediging te voeren en eventueel onderzoekswensen in te dienen. Het onderzoek ter terechtzitting is onderbroken tot en voortgezet op 3 juni 2022. Op die datum zijn wederom noch de betrokkene, noch de raadsvrouw verschenen. Het hof heeft het aanhoudingsverzoek toegewezen, het onderzoek onderbroken tot 12 juli 2022 13:30 uur en de raadsvrouw verzocht uiterlijk twee weken voor die terechtzitting eventuele onderzoekswensen en grieven tegen het vonnis aan het hof te doen toekomen. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 mei 2022 en 3 juni 2022 is naar het e-mailadres van de raadsvrouw verzonden.
Op 7 juni 2022 heeft de griffier mr. Egidi de raadsvrouw per e-mail (nogmaals) bericht dat het onderzoek is onderbroken tot 12 juli 2022 te 13:30 uur, dat de raadsvrouw en de betrokkene voor die zitting niet zullen worden opgeroepen en dat uiterlijk twee weken voorafgaand aan 12 juli 2022 onderzoekswensen en eventuele grieven kunnen worden ingediend.
Op 12 juli 2022 heeft de griffier mr. Geensen, bij afwezigheid wegens verlof van mr. Egidi, rond 10:00 uur het kantoor van de raadsvrouw gebeld om te controleren of het klopt dat het hof in het geheel geen bericht van haar heeft ontvangen. De griffier werd medegedeeld dat de raadsvrouw wegens zitting afwezig is en de griffier zal terugbellen. Dat is niet gebeurd.
Het onderzoek ter terechtzitting is voortgezet op 12 juli 2022 rond 13:35 uur, met mr. W.H.J. Freijsen als advocaat-generaal. De betrokkene en de raadsvrouw zijn niet ter terechtzitting verschenen. De voorzitter constateert dat geen schriftuur is ingediend en ook overigens geen bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep bekend zijn. Op vordering van de advocaat-generaal wordt de betrokkene, na beraad en na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting, op grond van artikel 416, tweede lid Sv bij voormeld arrest niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
Na afloop van de zitting is het volgende gebleken:
De raadsvrouw heeft op 12 juli 2022 om 12:12 uur aan de griffier mr. Egidi en advocaat-generaal
mr. Spoor een e-mailbericht verzonden waarin zij mededeelt dat zij alsnog gemachtigd is om namens de betrokkene zijn verdediging te voeren en uiteenzet wat de grieven en de onderzoekswensen van de betrokkene zijn. Mr. Egidi en mr. Spoor zijn beiden op dat moment niet werkzaam. Griffier mr. Egidi heeft in haar mailbox een afwezigheidsassistent aanstaan, die vermeldt dat zij tot 18 juli 2022 met verlof is. Volgens haar mededeling heeft de raadsvrouw om 12:57 uur het gerechtshof gebeld (telefoonnummer: 088-3611110) met de mededeling dat ze vertraagd is en later zou zijn, waarop haar wordt medegedeeld dat haar boodschap zal worden doorgegeven aan de bode. Deze boodschap heeft de bode en ook de zittingscombinatie niet bereikt.
Om 13:31 uur heeft de raadsvrouw haar e-mail van 12:12 uur nogmaals verstuurd aan de strafgriffie van het hof, omdat zij, volgens haar mededeling, had bemerkt dat de griffier mr. Egidi met verlof was.
Het e-mailbericht dat de raadsvrouw om 13:31 uur heeft verstuurd, heeft de zittingscombinatie via de strafgriffie van het gerechtshof om 13:58 uur bereikt, na de sluiting van het onderzoek en de uitspraak voormeld.
Rond 14:00 uur meldt de raadsvrouw zich alsnog. De voorzitter, de oudste raadsheer en de griffier mr. Geensen zijn nog in de zittingszaal aanwezig. De raadsvrouw zegt dat ze telefonisch aan het hof had doorgegeven dat ze later zou zijn.

Verzoek raadsvrouw en standpunt advocaat-generaal

Diezelfde dag stuurt de raadsvrouw om 16:58 uur een e-mailbericht waarin zij verzoekt om heropening van het onderzoek ter terechtzitting, dan wel het wijzen van een herstelarrest.
De advocaat-generaal heeft per e-mailbericht van 18 juli 2022 zich ermee akkoord verklaard dat het onderzoek wordt heropend.

Oordeel hof

Gezien de voormelde feiten en omstandigheden is, naar achteraf moet worden vastgesteld, de mededeling van de voorzitter ter terechtzitting van 12 juli 2022, dat geen bezwaren van de betrokkene bij het hof bekend waren, onjuist. Ook de beslissing van het hof om de betrokkene niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, die op deze aanname is gebaseerd, is dus onjuist. De betrokkene is, achteraf bezien, dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
Mede gezien de hierboven weergegeven standpunten van de verdediging en de advocaat-generaal en om redenen van doelmatigheid, is de achteraf geconstateerde fout vatbaar voor herstel in het onderhavige arrest als hierna te vermelden.
De verdediging heeft onderzoekwensen ingediend. Zij zal deze desgewenst binnen de in het dictum van dit herstelarrest te noemen termijn kunnen toelichten. De advocaat-generaal kan hierop dan binnen de in het dictum van dit arrest te bepalen termijn reageren, waarna de zaak regie zal worden behandeld op de rolzitting van 13 oktober 2022. Voor deze regiezitting zal de betrokkene worden opgeroepen, met kennisgeving aan de raadsvrouw.

Beslissing

Het hof:
verstaat dat in het dictum van voormeld arrest van 12 juli 2022 als niet geschreven moet worden beschouwd: “Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep”.
heropent het onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op
13 oktober 2022 om 14.00 uur; beveelt de oproeping van de betrokkene voor deze regiezitting, met kennisgeving aan de raadsvrouw.
verzoekt de verdediging
uiterlijk 20 augustus 2022bij het hof, met afschrift aan de advocaat-generaal, een conclusie in te dienen waarin de redenen voor het hoger beroep en de onderzoekswensen nader worden toegelicht.
verzoekt de advocaat-generaal hierop
uiterlijk 1 oktober 2022bij conclusie, met afschrift aan de raadsvrouw, te reageren.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. R.D. van Heffen en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
26 juli 2022.
Mr. Postma en mr. Geensen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.