ECLI:NL:GHAMS:2022:2164

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
23-004029-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van verkrachting en aanranding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor verkrachting en aanranding, maar heeft hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 30 september 2014, waarbij de aangeefster verklaarde dat zij onder bedreiging van een wapen in de auto van de verdachte was gestapt en gedwongen werd tot seksuele handelingen. Het hof heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat de verklaringen van de aangeefster inconsistenties en tegenstrijdigheden bevatten. De objectieve bewijsmiddelen, zoals grondresten en bloed op de kleding van de aangeefster, waren niet van doorslaggevende aard om het scenario van de aangeefster te ondersteunen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte de aangeefster had gedwongen tot seksuele handelingen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004029-18
datum uitspraak: 14 juli 2022
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-674450-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum] ,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 juni 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 30 september 2014 te Amsterdam en/of Halfweg en/of Spaarnwoude, in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [benadeelde] , hebbende verdachte éénmaal of meermalen:
- zijn penis in de mond van voornoemde [benadeelde] gebracht en/of geduwd en/of
- zijn penis tussen de benen van voornoemde [benadeelde] gewreven en/of gebracht en/of geduwd en/of
- ( met kracht) zijn penis in de vagina van voornoemde [benadeelde] gebracht en/of geduwd en/of
- de borst(en) en/of de vagina van voornoemde [benadeelde] gelikt en/of betast en/of gebeten en/of
- zijn penis tegen de anus van voornoemde [benadeelde] gewreven en/of gebracht en/of geduwd, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- voornoemde [benadeelde] heeft gedwongen om in de auto van hem, verdachte, te stappen door voornoemde [benadeelde] (dwingend) de woorden toe te voegen: "we go in the car, now!" en/of daarbij zijn hand onder zijn jas te houden, waardoor voornoemde [benadeelde] het vermoeden had dat hij, verdachte, een vuurwapen, in elk geval een wapen, voorhanden had en/of
- tijdens de autorit een mes, in elk geval een (scherp en/of puntig) voorwerp, tussen of onder zijn benen heeft gehouden en/of
- de telefoon van voornoemde [benadeelde] heeft afgepakt om te voorkomen dat voornoemde [benadeelde] iemand zou bellen, waarbij hij, verdachte, voornoemde [benadeelde] heeft gebeten in de pols en/of de hand en/of (met kracht) aan voornoemde [benadeelde] heeft getrokken en/of gerukt zodat voornoemde [benadeelde] die telefoon los zou laten en/of
- ( vervolgens) die telefoon tegen de binnenkant van de auto aan heeft geslagen, waardoor die telefoon onbruikbaar werd en/of
- éénmaal of meermalen het haar van voornoemde [benadeelde] (met kracht) heeft vastgepakt, waardoor voornoemde [benadeelde] ten val is gekomen op de grond en/of daarbij (hard) op haar rug en/of (achter)hoofd terecht is gekomen en/of
- de broek en/of bikinibroek van voornoemde [benadeelde] heeft vastgepakt en/of uitgetrokken en/of
- tegen voornoemde [benadeelde] heeft gezegd dat hij, verdachte, haar, [benadeelde] , geen geld ging geven en dat zij, [benadeelde] , hem, verdachte, moest neuken en/of daarbij de woorden heeft toegevoegd: "fucking me, fucking me" en/of
- éénmaal of meermalen (met kracht) heeft geslagen en/of gestompt (met een gebalde vuist) op/tegen/in het gezicht en/of het hoofd en/of de armen van voornoemde [benadeelde] en/of
- voornoemde [benadeelde] heeft vastgehouden en/of heeft gedreigd met zijn vuist te slaan, waarbij hij, verdachte, de woorden heeft toegevoegd: "suck me, suck me";
subsidiair:
hij op of omstreeks 30 september 2014 te Amsterdam en/of Halfweg en/of Spaarnwoude, in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten:
- zijn penis tussen de benen van voornoemde [benadeelde] gewreven en/of gebracht en/of geduwd en/of
- de borst(en) en/of de vagina van voornoemde [benadeelde] gelikt en/of betast en/of gebeten en/of
- zijn penis tegen de anus van voornoemde [benadeelde] gewreven en/of gebracht en/of geduwd,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- voornoemde [benadeelde] heeft gedwongen om in de auto van hem, verdachte, te stappen door voornoemde [benadeelde] (dwingend) de woorden toe te voegen: "we go in the car, now!" en/of daarbij zijn hand onder zijn jas te houden, waardoor voornoemde [benadeelde] het vermoeden had dat hij, verdachte, een vuurwapen, in elk geval een wapen, voorhanden had en/of
- tijdens de autorit een mes, in elk geval een (scherp en/of puntig) voorwerp, tussen of onder zijn benen heeft gehouden en/of
- de telefoon van voornoemde [benadeelde] heeft afgepakt om te voorkomen dat voornoemde [benadeelde] iemand zou bellen, waarbij hij, verdachte, voornoemde [benadeelde] heeft gebeten in de pols en/of de hand en/of (met kracht) aan voornoemde [benadeelde] heeft getrokken en/of gerukt zodat voornoemde [benadeelde] die telefoon los zou laten en/of
- ( vervolgens) die telefoon tegen de binnenkant van de auto aan heeft geslagen, waardoor die telefoon onbruikbaar werd en/of
- éénmaal of meermalen het haar van voornoemde [benadeelde] (met kracht) heeft vastgepakt, waardoor voornoemde [benadeelde] ten val is gekomen op de grond en/of daarbij (hard) op haar rug en/of (achter)hoofd terecht is gekomen en/of
- de broek en/of bikinibroek van voornoemde [benadeelde] heeft vastgepakt en/of uitgetrokken en/of
- tegen voornoemde [benadeelde] heeft gezegd dat hij, verdachte, haar, [benadeelde] , geen geld ging geven en dat zij, [benadeelde] , hem, verdachte, moest neuken en/of daarbij de woorden heeft toegevoegd: "fucking me, fucking me" en/of
- éénmaal of meermalen (met kracht) heeft geslagen en/of gestompt (met een gebalde vuist) op/tegen/in het gezicht en/of het hoofd en/of de armen van voornoemde [benadeelde] en/of
- voornoemde [benadeelde] heeft vastgehouden en/of heeft gedreigd met zijn vuist te slaan, waarbij hij, verdachte, de woorden heeft toegevoegd: "suck me, suck me".
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

Vrijspraak

Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting staat vast dat op 30 september 2014 seksuele handelingen tussen de aangeefster en de verdachte hebben plaatsgevonden te Spaarnwoude.
De aangeefster heeft – in hoofdlijnen – verklaard dat de verdachte haar voorstelde om in een hotel seks met elkaar te hebben voor € 300,00. Vervolgens is zij onder bedreiging van een (vuur)wapen in de auto van de verdachte gestapt. Tijdens de autorit heeft de aangeefster getracht iemand te bellen, waarna een worsteling tussen haar en de verdachte is ontstaan. De verdachte heeft vervolgens haar telefoon afgepakt. Op een plek met alleen maar bomen moest de aangeefster de verdachte aftrekken, terwijl zij dit niet wilde. Ook is geweld jegens haar toegepast en werd zij gedwongen tot orale en vaginale seks.
De verdachte heeft verklaard dat hij met de aangeefster naar een recreatiegebied in Spaarnwoude is gereden om aldaar seks met haar te hebben. De verdachte heeft, in tegenstelling tot de aangeefster, verklaard dat de seks met haar instemming heeft plaatsgevonden. Na de seks zou een conflict tussen beiden zijn ontstaan met een worsteling, omdat de aangeefster meer geld wenste en de verdachte dit weigerde te betalen.
Het hof moet de vraag beantwoorden of kan worden vastgesteld dat die seksuele handelingen tegen de wil van de aangeefster hebben plaatsgevonden, zoals zij heeft verklaard. Daarbij is van belang dat uit artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering volgt dat het bewijs dat een verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, niet uitsluitend op de verklaring van één getuige (in dit geval: van de aangeefster) kan worden aangenomen. Er moet met andere woorden voldoende steunbewijs zijn.
Om tot een bewezenverklaring te komen van verkrachting, dan wel van de subsidiair tenlastegelegde aanranding, zal in de eerste plaats vast moeten komen te staan dat verdachte door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, de aangeefster heeft gedwongen om die seksuele handelingen te ondergaan.
De onderhavige verdenking heeft blijkens de op de verklaring van de aangeefster gebaseerde tenlastelegging in de eerste plaats het oog op dreiging met geweld, die eruit heeft bestaan dat verdachte een wapen onder zijn jas had dan wel een mes onder zijn benen heeft gehouden tijdens de autorit naar Spaarnwoude. Anders dan de advocaat-generaal acht het hof het bewijs ontoereikend om dit aan te nemen. De aanvankelijke verklaring van de aangeefster dat verdachte een hand onder zijn jas heeft gehouden met vermoedelijk een vuurwapen dan wel de latere verklaring dat hij een mes onder zijn benen had tijdens de autorit staan op zichzelf en worden naar het oordeel van het hof niet ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Ook anderszins kan niet worden bewezen dat verdachte met geweld of een andere feitelijkheid, dan wel het dreigen daarmee, aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen.
De geconstateerde bijtwonden op de hand en arm van de aangeefster passen ook binnen het door de verdachte geschetste scenario van een worsteling waarbij hij zelf is gebeten, hetgeen ook door de verbalisanten is geconstateerd, en hij als reactie heeft teruggebeten. De aangeefster heeft verklaard meermaals te zijn geslagen op haar hoofd en armen. Uit de letselverklaring volgt echter geen specifiek letsel op het hoofd en de armen. Het geconstateerde bijtletsel is daarom geen steunbewijs voor de verklaring van de aangeefster dat zij is gedwongen om seks te hebben met de verdachte.
De overige objectieve bewijsmiddelen in het dossier, zoals de grondresten en het bloed op de kleding van de aangeefster, zijn niet van doorslaggevende aard om ofwel het scenario van de aangeefster ofwel het scenario van de verdachte aan te nemen dan wel uit te sluiten. De verklaringen van de aangeefster bevatten daarenboven tegenstrijdigheden en inconsistenties in aspecten waarin een vorm van ondersteuning voor haar verklaringen zou kunnen worden gevonden, zoals het besprokene met [persoon 1] en het telefooncontact met [persoon 2] .
Het enkele feit dat de aangeefster zich in de ochtend van 30 september 2014 geëmotioneerd en met uitgelopen make-up en rode ogen bij het politiebureau heeft gemeld, levert naar het oordeel van het hof onvoldoende ondersteuning op voor een verkrachting dan wel aanranding.
Omdat het hof niet bewezen acht dat de verdachte de aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen, kan geen bewezenverklaring volgen voor zowel de verkrachting als de aanranding, zodat de verdachte van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
Het hof merkt tenslotte op dat de proceshouding van de verdachte, te weten het niet afleggen van een uitgebreide verklaring ten overstaan van de politie en zijn afwezigheid op de terechtzitting in hoger beroep, vragen oproept, maar geen ondersteuning kan bieden voor het beantwoorden van de bewijsvraag die aan het hof voorligt.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 20.994,32. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 15.000,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 juli 2022.
mr. A.M. Kengen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.