ECLI:NL:GHAMS:2022:2163

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
23-002297-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem, gedateerd 29 mei 2007. De verdachte, die niet was vertegenwoordigd door een gemachtigd raadsman, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 12 mei 2022 heeft het hof vastgesteld dat er geen schriftelijke grieven waren ingediend door of namens de verdachte, noch waren er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft ook geen andere relevante belangen kunnen vaststellen die een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigden.

Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. Dit betekent dat de verdachte niet in zijn beroep kan worden ontvangen, omdat er geen gronden zijn aangevoerd die het hof zouden kunnen overtuigen om het vonnis van de politierechter te herzien. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. S. Geensen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002297-17
datum uitspraak: 12 mei 2022
VERSTEK (niet-gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 29 mei 2007 in de strafzaak onder parketnummer
15-820071-07 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
12 mei 2022.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkend tot de
niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in zijn hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak.
Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op
het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. S. Clement en mr. H. Sytema, in tegenwoordigheid van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 mei 2022.
Mr. H. Sytema is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.