ECLI:NL:GHAMS:2022:2161
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2019. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] en woonachtig op [adres], had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend. Tijdens de zitting op 12 mei 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen mondelinge bezwaren zijn geuit tegen het vonnis en dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor verder onderzoek van de zaak. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 mei 2022, waarbij mr. H. Sytema niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.