ECLI:NL:GHAMS:2022:2121
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Contactregeling en voorwaarden voor omgang tussen vader en kinderen na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot vaststelling van een zorg- en contactregeling tussen een vader en zijn kinderen. De vader, verzoeker in hoger beroep, had eerder omgangsafspraken niet nagekomen en was onbetrouwbaar gebleken. De rechtbank had eerder zijn verzoek om een zorgregeling afgewezen, wat de vader in hoger beroep wilde laten vernietigen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. De Raad voor de Kinderbescherming was ook betrokken bij de procedure en heeft het hof geadviseerd over de situatie van de kinderen.
Het hof overwoog dat het in het belang van de kinderen is om contact te hebben met hun vader, maar dat dit contact voorspelbaar en bestendig moet zijn. De vader had in het verleden niet de nodige stappen ondernomen om het contact te herstellen en had geen vertrouwen gewekt bij de vrouw. Het hof concludeerde dat de vader onvoldoende had aangetoond dat hij nu wel aan de voorwaarden van betrouwbaarheid en voorspelbaarheid kon voldoen. Daarom werd het verzoek van de vader afgewezen en de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Het hof benadrukte dat het aan de vader is om te bewijzen dat hij een betrouwbare ouder kan zijn en dat hij contact kan opnemen met hulpinstanties om een begeleid omgangstraject te starten.