Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1] ,
[appellante sub 2] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
het wil verkopen tegen 400, dan kopen J[het hof begrijpt: [appellante sub 2] ]
en ik het. Mam kan daar net zolang blijven als ze wil, ik zal wel een echte huurovereenkomst met haar willen omdat ik nooit met een [opvolger] (of opvolger) geconfronteerd wil worden die zich op het standpunt stelt dat hij medehuurder is tegen een bespottelijke lage prijs... Ik ga er vanuit dat de 400k gewoon onrendabel vaststaan voor de komende 10,15, misschien wel 20 jaar. Tja, dat is dan maar niet anders... Tzt kan ik (of mijn erven...) het appartement echt wel goed verkopen.
in [plaats A] zouden kunnen beschikken over een prettige woning. (…)
3.Beoordeling
Artikel 274 lid 1 onder d van Boek 7, zoals dat luidt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, is met ingang van dat tijdstip voor de duur van de werking van artikel 248 lid 3 van Boek 7 van toepassing op de op dat tijdstip bestaande huurovereenkomsten.
aan dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden (artikel 6:258 BW). Daardoor maakt [geïntimeerde ] thans oneigenlijk gebruik van de afspraak betreffende de vastgestelde huurprijs, aldus eisers.
gemotiveerd betwist. Zij heeft aangevoerd dat van samenwonen met haar partner geen sprake is. Zij heeft met hem een latrelatie. [geïntimeerde ] maakt op een normale wijze gebruik van de woning en gebruikt de woning niet als pied à terre. Tegenover de gemotiveerde betwisting, hebben eisers onvoldoende (nader) aangevoerd. Eisers hebben weliswaar nog ter zitting gesteld dat eisers [geïntimeerde ] nooit meer in de woning zien en dat zij recent geen familie in de woning heeft ontvangen. Daaruit kan echter niet worden geconcludeerd dat [geïntimeerde ] haar hoofdverblijf niet (meer) in de woning heeft, bij haar partner verblijft in [plaats B] en de woning alleen als pied à terre gebruikt.
zich dat risico bij de beslissing tot aankoop van de woning in haar overwegingen heeft meegenomen. Dit blijkt uit haar e-mails van 24 oktober en 27 oktober 2014.