ECLI:NL:GHAMS:2022:1992
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.W.M. Tromp
- H.T. van der Meer
- B.J.M. Gehlen
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen notaris over levering onroerend goed en fouten in nota van afrekening
In deze zaak heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris naar aanleiding van de levering van onroerend goed aan een derde. Klager stelt dat de notaris deze levering heeft uitgevoerd op basis van een opdracht van iemand die daartoe niet bevoegd was. De notaris heeft een akte van levering gepasseerd waarbij het onroerend goed van klager en zijn ex-echtgenote is geleverd aan een derde partij. Klager verwijt de notaris dat hij niet de juiste toestemming had om deze akte te passeren, aangezien het vonnis van de rechtbank Den Haag in de procedure tussen klager en zijn ex-echtgenote bepaalt dat beide partijen gezamenlijk moeten meewerken aan de verkoop van het onroerend goed. Klager heeft op 13 december 2021 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in Den Haag, die de klacht ongegrond had verklaard. Tijdens de behandeling van de zaak op 21 april 2022 heeft klager zijn standpunt toegelicht aan het hof, waarbij hij zich beriep op de feiten zoals vastgesteld door de kamer.
Het hof heeft de feiten uit de eerdere procedure in aanmerking genomen en geconcludeerd dat de notaris op basis van het vonnis heeft gehandeld. Klager heeft niet de benodigde handtekening gezet voor de levering, waardoor het vonnis in de plaats van zijn toestemming trad. Het hof heeft ook de klacht van klager over fouten in de nota van afrekening beoordeeld. Klager stelde dat hij deze nota nooit had ontvangen en dat er fouten in stonden, zoals onterecht verrekende bedragen. De notaris heeft echter aangetoond dat de nota's wel degelijk naar klager zijn gestuurd en dat de verrekende bedragen in overeenstemming waren met het vonnis. Het hof heeft uiteindelijk beide klachtonderdelen ongegrond verklaard en de beslissing van de kamer bevestigd.