Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
verzoekster,
advocaat: mr. J.K. van Hezewijk te Amsterdam,
[verweerster],
gerekwestreerde,
advocaat: mr. A.E. de Paepe te Amsterdam.
1.Het verdere procesverloop
- akte uitlating uitspraak Cour d’Appel Parijs van 12 januari 2021 (hierna ook “Franse hof”) van 17 juni 2021 zijdens [verweerster] , met producties;
- akte uitlating n.a.v. uitspraak Cour d’Appel Parijs 12 januari 2021 van 15 juli 2021 van [verzoekster] ;
- akte houdende overlegging producties zijdens [verzoekster] van 17 september 2021;
- akte uitlating producties zijdens [verweerster] van 14 oktober 2021.
2.De feiten
Deze toestemming werd verleend op 23 januari 2012. In februari 2012 heeft [verweerster] aan [verzoekster] laten weten dat de fusie niet doorging. [verzoekster] heeft vervolgens de samenwerkingsovereenkomst met [verweerster] opgezegd op 1 maart 2012 en is per 20 april 2012 een samenwerkingsovereenkomst met [bedrijf] aangegaan.
3.3. De verdere beoordeling
Trb.1058,154), hierna “het verdrag van New York”, het uitgangspunt is dat scheidsrechterlijke uitspraken die zijn gewezen in andere verdragsluitende staten worden erkend en voor tenuitvoerlegging vatbaar zijn.
“Recognition and enforcement of the award may be refused, at the request of the party against whom it is invoked, only if that party furnishes tot the competent authority where the recognition and enforcement is sought, proof that:(…)(b) The party against whom the award is invoked was not given proper notice of the appointment of the arbitrator or of the arbitration proceedings or was otherwise unable to present his case; or
“The recognition or enforcement of the award would be contrary to the public policy of that country.”
Het feit dat [bedrijf] in de arbitrageprocedure is aangemerkt als “Other Relevant Entity” doet aan het voorgaande niet af. Ten slotte kan ook de stelling van [verweerster] dat [bedrijf] een reis voor [arbiter] heeft betaald, evenmin tot een ander oordeel leiden nu niet is gebleken dat [bedrijf] de bedoelde reis heeft betaald.
“342. Grants [verzoekster] ’s request to award judicial penalties in an amount of USD 10.000,- per day.(…)348. [verweerster] shall pay USD 10.000,-- per day until all signage displaying [verzoekster] ’s name and trademarks are removed, and a further USD 1.000,- per day until [verzoekster] ’s domain name is refunded to [verzoekster] .”[verweerster] stelt dat het scheidsgerecht (i) hiermee buiten haar opdracht is getreden, (ii) de beslissing tot het opleggen van andere en hogere dwangsommen dan verzocht had moeten motiveren en (iii) partijen de gelegenheid had moeten bieden zich uit te laten over haar voornemen om een hogere dwangsom dan verzocht toe te kennen.