Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Geen ongeval, wel arb. geb.” en dat [appellant] overspannen is.
“(…) In de ontvangen informatie is vermeld dat de heer [appellant] , een thans [leeftijd] -jarige man, op 18-03-2010 was gevallen.Volgens neuroloog Custers waren er in eerste instantie geen pijnklachten, die ontwikkelden zich na weken. Eind april 2010 meldde betrokkene het ongeval aan de huisarts.De arbodienst vermeldde arbeidsongeschiktheid vanaf 01-04-2010, terwijl het UWV 03-05-2010 als eerste arbeidsongeschiktheidsdag noemde.Ook betrokkene zelf noemde 03-05-2010 als arbeidsongeschiktheidsdatum.Ik ga daarom uit van 03-05-2010 als eerste ongeschiktheidsdag en die kan ik niet verklaren met een ongeval van 18-03-2010.Ook pijnklachten die zich na weken ontwikkelen kan ik niet relateren aan het ongeval.Structurele traumatische rugafwijkingen zijn overigens nooit vastgesteld.Neurologisch onderzoek bleek ongestoord.Er zijn gespannen rugspieren waargenomen, wat een veelvoorkomende bevinding is.Rugspierklachten zonder structurele afwijkingen zijn niet te waarderen met een percentage blijvende invaliditeit.Ook is er geen medische noodzaak om bij rugspierklachten zonder structurele afwijkingen beperkingen op te leggen.”
“Deze klachten en functionele beperkingen zijn in dit dossier op consistente wijze gedocumenteerd door de betrokken (para)medici. De aard van de klachten en functionele beperkingen zijn passend bij het ongevalstrauma. Er is daarnaast geen sprake van enig pre-existente (rug)problematiek zoals duidelijk wordt aangegeven door de huisarts.Het argument van de wederpartij dat de klachten geen ongevalsgevolg zijn dient dan ook niet gevolgd te worden. Overigens wordt er op een MRI-scan in [land] (gemaakt in 2011) gesproken over een hernia op niveau Th7. (…) Dit betekent dat er bij cliënt sprake is van een asymptomatisch hernia op het niveau Th7. De huidige klachten en beperkingen in de rug zijn niet aan deze hernia toe te schrijven. De rugklachten zijn immers geluxeerd door het ongeval en lijken veroorzaakt te worden door pijnlijke spieren en pezen rond de wervelkolom en niet door een hernia.Cliënt zijn herstel verloopt, mede als gevolg van een tussentijdse knieoperatie vertraagd. Er is dan ook niet sprake van een medische eindsituatie. (…)”
“(…) Sinds het ongeval worden klachten van de rug, rechter- en linker been vermeld. De voorgeschiedenis vermeldt een voetbaltrauma van de rechter knie. Deze toont forse slijtage. De huisarts vermeldt dat voorafgaand aan het ongeval geen rugklachten bekend waren.U vraagt of er sprake is van medisch causaal verband tussen de door client geuite klachten en het ongeval op 18-03-2010.Deze vraag is op basis van de aanwezige informatie noch aan te tonen noch uit te sluiten.Voor zover te beoordelen is er, in ieder geval voor de rugklachten, geen andere oorzaak aanwijsbaar dan het ongeval. De rugklachten komen in later informatie echter niet meer aan de orde zodat onduidelijk blijft in welke vorm en ernst deze nog aanwezig zijn. (…) De rugklachten zijn, gezien de aard van het ongeval, en de val op de tegel wel als ongevalsgevolg te verklaren, maar daarvan is onduidelijk of ze nog bestaan. Op basis van de huidige informatie kan ik uw vragen niet afdoende beantwoorden. (…)”
3.Beoordeling
grief 1betoogt [appellant] dat hij op 18 maart 2010 schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Op 18 maart 2010 is hij tijdens zijn werkzaamheden in het datacenter van Global Switch in opdracht van [geïntimeerde] vanuit een patchkast achterover gevallen en is in een gat van ongeveer een meter diep terecht gekomen. [appellant] stelt dat hij als gevolg van het ongeval schade heeft geleden. Hij heeft na het ongeval rugklachten gekregen, maar heeft zijn werkzaamheden voor [geïntimeerde] desondanks voortgezet. Toen de pijnklachten ernstiger werden, is [appellant] op 23 april 2010 naar zijn huisarts gegaan en heeft hij zijn leidinggevende [naam 7] (hierna: [leidinggevende 2] ) op de hoogte gebracht. Hij is door de bedrijfsarts en de verzekeringsarts van het UWV beperkt belastbaar geacht. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [appellant] verwezen naar de verklaringen van [collega] van 20 en 23 juli 2010 en naar het medisch advies van 2 september 2013 van [arts-medisch adviseur 2] . Verder stelt [appellant] dat [geïntimeerde] in strijd heeft gehandeld met artikel 9 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet door het ongeval niet (tijdig) te melden bij de arbeidsinspectie. Volgens [appellant] heeft er daardoor ten onrechte geen gedegen onderzoek naar de toedracht van het ongeval kunnen plaatsvinden.
grief 2bestrijdt [appellant] dat [geïntimeerde] aan haar zorgplicht heeft voldaan, omdat [geïntimeerde] heeft gehandeld in strijd met artikel 9 lid 1 Arbowet. Daarnaast is [appellant] niet gewezen op het gevaar om in een open vloerdeel te vallen, er is geen toezicht gehouden, [geïntimeerde] heeft geen maatregelen genomen die het onmogelijk maken om in een open vloerdeel te vallen en [geïntimeerde] heeft de VGM-voorschriften niet met [appellant] besproken. Op 18 maart 2010 was [appellant] voor het eerst op de plek van het bedrijfsongeval, hij had die dag van zijn leidinggevende geen veiligheidsinstructies gekregen en na de uitleg over de werkzaamheden heeft zijn leidinggevende de werkplek verlaten. Op het moment van het ongeval was er dus geen toezicht. [appellant] stelt dat [geïntimeerde] het ongeluk had kunnen voorkomen. Hiertoe verwijst hij naar een verklaring van [naam 8] , telecom engineer, van 5 maart 2021, waarin deze verklaart dat het mogelijk is om alle tegels inclusief de voorste tegel voor de patchkast terug te zetten zodra de bedrading in de goot onder de tegels aangelegd is om zo verder de werkzaamheden in de kast uit te voeren. Volgens [appellant] heeft [geïntimeerde] een onveilige werksituatie voor hem gecreëerd vanwege het verzuim alle tegels terug te zetten zodra de bedrading in de goot onder de tegels waren aangelegd.