ECLI:NL:GHAMS:2022:1930

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
23-004093-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met uitzondering van straf in zaak van voorhanden hebben vuurwapen en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 november 2019. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd, terwijl de raadsman verzocht om rekening te houden met een eerdere veroordeling in België, waar de verdachte een gevangenisstraf van 6 jaren had gekregen. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen en heeft besloten de gevangenisstraf te verhogen naar 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het hof heeft benadrukt dat het ongeoorloofd bezit van vuurwapens bijdraagt aan een gevoel van onveiligheid in de samenleving, vooral in dit geval waar het om een omgebouwd vuurwapen ging dat klaar was voor gebruik. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn in de strafoplegging meegewogen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004093-19
datum uitspraak: 22 juni 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 november 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-167921-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juni 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de opgelegde straf. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van gevangenisstraf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de veroordeling van de verdachte door de Belgische rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, van 17 juni 2021, tot onder meer een gevangenisstraf van 6 jaren en een geldboete van € 8.000,00.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in zijn auto voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Het ongeoorloofde bezit van vuurwapens draagt bij aan (een gevoel van) onveiligheid in de samenleving. Dit geldt te meer in de onderhavige zaak, waarin het een omgebouwd vuurwapen betreft, voorzien van een patroonhouder waarin ook patronen zaten. Het wapen was derhalve klaar voor gebruik. Het hof ziet geen reden om af te wijken van de vaste lijn om feiten als deze met een gevangenisstraf te bestraffen.
De verdachte is op 17 juni 2021 door de rechtbank te Antwerpen veroordeeld tot onder meer een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren en een geldboete. Het hof zal met deze straf rekening houden bij de strafoplegging, alsook met het gegeven dat de verdachte – volgens opgave van de advocaat-generaal – in de onderhavige zaak reeds ruim 6 maanden in voorarrest heeft doorgebracht.
Het hof acht, alles afwegende, een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. N.A. Schimmel en mr. H.A.G. Nijman, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juni 2022.
Mr. H.A. van Eijk en mr. N.A. Schimmel zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]