ECLI:NL:GHAMS:2022:1916

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
200.245.782/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing en aanwijzing van bestuurders in een enquêteprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2022, betreft het een verzoek tot ontheffing van mr. J.G. Molenaar uit zijn functie als bestuurder van de besloten vennootschappen [B] en Rokin87. Dit verzoek volgde op eerdere beschikkingen van de Ondernemingskamer, waarin een onderzoek was bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] c.s. over de periode vanaf 2006. In deze eerdere beschikkingen was Molenaar al benoemd tot bestuurder van [B] en Rokin87, en was [D] geschorst als bestuurder van [B].

De Ondernemingskamer ontving op 10 april 2022 een verzoek van Molenaar om ontheffing uit zijn functie. In reactie hierop heeft mr. J.H. van Woudenberg, die eerder was benoemd tot beheerder van de aandelen in [B], voorgesteld om een opvolgend bestuurder aan te wijzen, met instemming van de aandeelhouders [A] en [E]. Op 11 mei 2022 werd drs. H.C. van Eyck van Heslinga voorgesteld als opvolgend bestuurder.

De Ondernemingskamer oordeelde dat het verzoek van Molenaar voldoende was om hem te ontheffen uit zijn functie. Tevens werd drs. H.C. van Eyck van Heslinga aangewezen als opvolgend bestuurder van [B] en Rokin87. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.245.782/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 13 mei 2022
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaten: voorheen
mr. M. Woltersen
mr. M. Hurks, beiden kantoorhoudende te Amsterdam, thans
mr. I.A. Koele, kantoorhoudende te Deventer,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROKIN87 B.V.,
alle gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n

1.[D] ,

wonende te [....] ,
2.
[E],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. L.D.N. de Baar, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1
Hierna zullen de volgende partijen en belanghebbenden (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster met [A] ;
  • verweersters elk afzonderlijk met [B] , [C] en Rokin87 en gezamenlijk met [B] c.s.;
  • belanghebbenden ieder afzonderlijk met [D] en [E] en gezamenlijk met [D] c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 19 en 25 februari 2019.
1.3
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] c.s. over de periode vanaf 2006 en drs. E.A. Marseille RA benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – [D] geschorst als bestuurder van [B] , Rokin87 Holding II B.V. geschorst als bestuurder van Rokin87, mr. J.G. Molenaar (hierna: Molenaar) benoemd tot bestuurder van [B] en van Rokin87, en bepaald dat de aandelen in [B] ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. J.H. van Woudenberg (hierna: Van Woudenberg).
1.4
Bij e-mail van 10 april 2022 heeft Molenaar de Ondernemingskamer verzocht hem te ontheffen uit zijn functie als bestuurder van [B] en van Rokin87.
1.5
De Ondernemingskamer heeft, na daartoe gelegenheid te hebben geboden, bij e-mail van 26 april 2022 een uitlating op het ontheffingsverzoek ontvangen van Van Woudenberg. Zij heeft geopperd dat de Ondernemingskamer een persoon over wie [A] en [E] in hun hoedanigheid van aandeelhouders in [B] het eens zijn, aan te wijzen als opvolgend bestuurder, met het oog op een eventuele oplossing van hun conflict. In aansluiting hierop heeft Van Woudenberg op 11 mei 2022, met medeweten van Molenaar, drs. H.C. van Eyck van Heslinga te Driebergen genoemd als die persoon.

2.De gronden van de beslissing

Het enkele verzoek van Molenaar daartoe is voldoende om over te gaan tot ontheffing van hem uit de functie van bestuurder van [B] en van Rokin87. De Ondernemingskamer zal Molenaar ontheffen uit die functie en gelet op hetgeen in 1.5 overwogene, drs. H.C. van Eyck van Heslinga te Driebergen – met wie de Ondernemingskamer reeds ervaring heeft als door haar in enquêtezaken benoemde functionaris – aanwijzen als opvolgend bestuurder van [B] en van Rokin87, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 19 februari 2019.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
ontheft mr. J.G. Molenaar te Utrecht uit de functie van bestuurder zoals bedoeld in de beschikking van 19 februari 2019;
wijst drs. H.C. van Eyck van Heslinga te Driebergen aan tot (opvolgend) bestuurder zoals bedoeld in de beschikking van 19 februari 2019;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. C.C. Meijer, raadsheren, prof. dr. mr. F. van der Wel RA en mr. D.E.M. Aleman MBA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2022.