In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 februari 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1982, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de eerste aanleg. Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 juni 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die dezelfde straf eiste als eerder door de politierechter was opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een belangrijke correctie: een foutieve datum in de bewijsoverweging werd verbeterd van 21 december 2022 naar 21 december 2020. Daarnaast heeft het hof de bewijsmiddelen aangevuld met eigen waarnemingen van de letselfoto's, waarop drukplekken op de bovenarm van de aangeefster zichtbaar waren. Het hof overwoog dat deze drukplekken, gezien hun vorm, waarschijnlijk door vastgrijpen zijn ontstaan. De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de verbeteringen en aanvullingen die zijn gemaakt.