ECLI:NL:GHAMS:2022:1848

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
28 juni 2022
Zaaknummer
23-000476-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met verbetering van bewijsoverweging en aanvulling van bewijsmiddelen in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 februari 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1982, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de eerste aanleg. Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 juni 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die dezelfde straf eiste als eerder door de politierechter was opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een belangrijke correctie: een foutieve datum in de bewijsoverweging werd verbeterd van 21 december 2022 naar 21 december 2020. Daarnaast heeft het hof de bewijsmiddelen aangevuld met eigen waarnemingen van de letselfoto's, waarop drukplekken op de bovenarm van de aangeefster zichtbaar waren. Het hof overwoog dat deze drukplekken, gezien hun vorm, waarschijnlijk door vastgrijpen zijn ontstaan. De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de verbeteringen en aanvullingen die zijn gemaakt.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000476-21
datum uitspraak: 22 juni 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 februari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-321877-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juni 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof
  • de in de bewijsoverweging foutief opgenomen datum van de verklaring van de huisarts verbetert van 21 december 2022 in 21 december 2020;
  • de bewijsmiddelen aanvult met de eigen waarnemingen van het hof van de letselfoto’s op de doorgenummerde pagina’s 19 en 20 van het dossier. Op deze foto’s neemt het hof waar dat er drukplekken zichtbaar zijn op aangeefsters bovenarm. Het hof vult de bewijsconstructie tevens aan, in die zin dat het overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat deze drukplekken, gelet op de vorm, in het bijzonder door vastgrijpen ontstaan.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. N.A. Schimmel en mr. H.A.G. Nijman, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juni 2022.
Mr. N.A. Schimmel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]