In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 3 februari 2022. De verdachte, geboren in 1985 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 52 maanden voor de opzettelijke invoer van bijna 16 kilo cocaïne. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met uitzondering van de kwalificatie en de strafoplegging. De kwalificatie van de feiten is aangepast en de opgelegde straf is verlaagd naar 48 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 9 juni 2022 en de eerdere zittingen. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, en het hof heeft deze eis overgenomen, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de invoer van cocaïne schadelijk is voor de gezondheid en vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstig feit, en het hof oordeelt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden passend is.
Het hof heeft ook een aanvullend proces-verbaal van 8 juni 2022 toegevoegd aan de bewijsmiddelen, waarin een fout in eerdere proces-verbalen werd gecorrigeerd. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de rechtsgang en de waarheidsvinding, en het hof heeft de strafoplegging gemotiveerd door de impact van de cocaïnehandel op de samenleving en de verdachte zelf.