ECLI:NL:GHAMS:2022:1812
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vervangende toestemming erkenning vaderschap; De GI blijft belast met de voogdij.
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 21 juni 2022, zijn verzoeksters [verzoekster 1] en [verzoekster 2], halfzussen van de minderjarige [minderjarige], in hoger beroep gekomen tegen de beschikkingen van de rechtbank Amsterdam van 16 augustus 2021. De vader van [minderjarige] heeft eveneens hoger beroep ingesteld. De rechtbank had de vader vervangende toestemming verleend om [minderjarige] te erkennen en de gecertificeerde instelling (GI) tot voogd benoemd. Verzoeksters zijn van mening dat de erkenning door de vader schadelijk is voor de emotionele en sociaalpsychologische ontwikkeling van [minderjarige]. Het hof heeft vastgesteld dat de vader de verwekker is van [minderjarige], maar dat de erkenning in de huidige omstandigheden schadelijk kan zijn voor het kind. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vader tot erkenning afgewezen, omdat de belangen van de vader niet opwegen tegen de belangen van [minderjarige]. Daarnaast heeft het hof de voogdij bij de GI gehandhaafd, omdat deze neutraal is en de belangen van [minderjarige] het beste kan waarborgen. Het hof heeft de verzoeken van de vader om gezag en voogdij afgewimpeld, omdat hij niet als juridische ouder kan worden beschouwd na de afwijzing van zijn verzoek tot erkenning.