ECLI:NL:GHAMS:2022:1779

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
17 juni 2022
Zaaknummer
23-001254-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging en vernietiging van vonnis in hoger beroep met betrekking tot verbeurdverklaring en teruggave van in beslag genomen voorwerpen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische kamer van de rechtbank Amsterdam, dat op 29 april 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd in het detentiecentrum Schiphol, was in eerste aanleg vrijgesproken van bepaalde tenlasteleggingen. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de verbeurdverklaring van een telefoontoestel, waarvan het hof heeft geoordeeld dat dit niet in verband kan worden gebracht met de bewezenverklaarde feiten. Het hof heeft de teruggave van zowel het telefoontoestel als een klapmes gelast, omdat niet is aangetoond dat het klapmes als wapen moet worden aangemerkt. De raadsman van de verdachte had verzocht om matiging van de straf en om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. De beslissing van het hof is genomen na onderzoek ter terechtzitting op 31 mei 2022, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001254-21
datum uitspraak: 14 juni 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de economische kamer van de rechtbank Amsterdam van 29 april 2021 in de gevoegde strafzaken
onder de parketnummers 81-306212-20 en 13-021025-21, alsmede 23-000537-19 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in het detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door de economische kamer van de rechtbank Amsterdam vrijgesproken van hetgeen
aan hem in de zaak met parketnummer 81-306212-20 (zaak A) onder 2 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
31 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de verbeurdverklaring van
het telefoontoestel (PL1100-2020258539-G12 14523) – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd –
en met dien verstande dat het hof:
- ten aanzien van het klapmes (PL1100-2020258539-G1214469) beslist als hierna wordt aangegeven;
- onderstaande overwegingen over het telefoontoestel en het klapmes in de plaats stelt van de overwegingen opgenomen in het vonnis onder de kopjes
‘Verbeurdverklaring’(pag. 5-6) en
‘Overig’(pag. 6);
- de artikelen 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) uit de toepasselijke wettelijke voorschriften schrapt;
- de toepasselijke wettelijke voorschriften aanvult met artikel 63 Sr.

Verweer ten aanzien van de strafmaat en de vordering tot tenuitvoerlegging

De raadsman heeft gesteld dat sprake is van een forse straf en hij heeft het hof verzocht deze straf – die de verdachte reeds heeft uitgezeten – te matigen en (naar het hof begrijpt:) indien mogelijk de op te leggen straf te verrekenen met de vordering tot tenuitvoerlegging.
Ook heeft de raadsman verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, dan wel de proeftijd met één jaar te verlengen. Daartoe voerde hij aan dat het bij de verdachte met vallen en opstaan gaat, maar dat sprake is van een gunstige ontwikkeling en dat de verdachte in rustig vaarwater lijkt te zijn terechtgekomen. Voorts heeft hij erop gewezen dat de vordering tot tenuitvoerlegging op een andersoortig feit ziet en dat het gaat om een veroordeling voor een feit van lang geleden.
Het hof ziet – gelet op de aard van de bewezenverklaarde feiten – in hetgeen de raadsman heeft aangevoerd en ook overigens geen aanleiding de door de economische kamer van de rechtbank opgelegde straf te matigen. Evenmin ziet het hof in hetgeen de raadsman heeft aangegeven doch niet nader met stukken heeft onderbouwd aanleiding de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen dan wel de proeftijd te verlengen. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.

Overwegingen aangaande het telefoontoestel en het klapmes

De economische kamer van de rechtbank Amsterdam heeft het in beslag genomen telefoontoestel verbeurd verklaard gezien de toezegging van de officier van justitie dat zij bij de politie zou informeren of de persoonlijke beelden op de telefoon konden worden gehaald en veilig konden worden gesteld. De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte de telefoon heeft gebruikt in het kader van de bewezenverklaarde feiten, in het bijzonder zaak A onder 1.
Over het in beslag genomen klapmes heeft de rechtbank geen beslissing genomen omdat een kennisgeving van inbeslagname of verdere informatie met betrekking tot dit mes in het dossier ontbreekt.
De advocaat-generaal heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen teruggave van het telefoontoestel. Ten aanzien van het klapmes heeft de advocaat-generaal zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
De raadsman heeft de teruggave verzocht van beide voorwerpen.
Het hof is anders dan de rechtbank van oordeel dat het bewezenverklaarde niet is begaan met behulp van het telefoontoestel, gezien de vrijspraak van het in zaak A onder 2 tenlastegelegde, en zal derhalve de teruggave aan de verdachte van dit voorwerp gelasten.
Het hof zal ook de teruggave gelasten van het klapmes nu ten aanzien van dit voorwerp geen wapenrapport is opgemaakt. Derhalve is niet gebleken dat het klapmes als een wapen moet worden aangemerkt. Voorts is ook niet aan de overige voorwaarden van artikel 36b Sr voldaan, zodat geen onttrekking aan het verkeer kan volgen.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 81-306212-20 (zaak A) onder 2 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de verbeurdverklaring van het telefoontoestel (PL1100-2020258539-G1214523) en doet in zoverre opnieuw recht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen,
te weten:
- 1 STK telefoontoestel (PL1100-2020258539-G1214523);
- 1 STK mes (PL1100-2020258539-G1214469, klapmes).
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam,
waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. S. Clement en mr. P.C. Verloop, in tegenwoordigheid
van mr. S. Egidi, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 14 juni 2022.
Mr. P.C. Verloop is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.