Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Standpunt van het openbaar ministerie
Standpunt van de verdediging
Bewijsoverwegingen
De zwager van [naam 1] , genaamd [naam 2] , meldde zich op zaterdag 30 mei 2020 bij de Koninklijke Marechaussee op Schiphol. Hij vertelde dat het complete geldbedrag toebehoort aan zijn familie. Bij het tweede verhoor verklaarde de verdachte desgevraagd dat er een vrouw, [naam 3] , met hem mee was gereisd en dat zijn ticket waarschijnlijk door [naam 2] was betaald.
3 juni 2020 omgerekend € 193.325,00 is afgeschreven. Daarnaast heeft de verdachte een notariële akte overgelegd waarin staat dat [naam 2] heeft verklaard dat zijn moeder ( [naam 4] ) op
28 mei 2020 een bedrag van € 128.000 aan de verdachte heeft gegeven. Ook zijn enkele documenten bijgevoegd die zien op een huurovereenkomst tussen de gemeente [gemeente 1] en [gemeente 2] . Ten slotte heeft de raadsman in hoger beroep schriftelijke getuigenissen van de verdachte en [naam 2] overgelegd.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.