ECLI:NL:GHAMS:2022:1671

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
23-004504-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Amsterdam inzake meerdere diefstallen en verkeersdelicten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 november 2019. De verdachte, geboren in 1999, was betrokken bij meerdere diefstallen en verkeersdelicten. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 18 mei 2022. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal uit voertuigen, opzetheling en gevaarlijk rijgedrag. De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen plegen van diefstallen, waarbij hij zich toegang verschafte tot voertuigen door middel van braak. Het hof heeft de verdachte in hoger beroep gedeeltelijk vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar heeft de bewezenverklaring van andere feiten bevestigd. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot taakstraffen en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft de straffen herzien, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, een taakstraf van 200 uren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor vier maanden. Het hof heeft de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004504-19
datum uitspraak: 1 juni 2022
TEGENSPRAAK(gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 november 2019 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers
13-698347-19 (zaak A) en 13-701530-18 (zaak B) en 13-701709-18 (zaak C) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd
in zaak A dat:
1.
primair
hij op of omstreeks 17 mei 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen
 een Canon 6d Mark I DSLR camera ter waarde van 600 Amerikaanse dollars en/of
 een Sennheisser mkh8060 microfoon ter waarde van 1200 Amerikaanse dollars en/of
 een Small HD monitor / een klein beeldscherm ter waarde van 500 Amerikaanse dollars en/of
 een Camera Rig Cage / een camerahouder ter waarde van 90 Amerikaanse dollars en/of
 een Sony Lavalier microfoon ter waarde van 600 Amerikaanse dollars en/of
 diverse lichten ter waarde van 40 Amerikaanse dollars en/of
 een Canon cameralens 16-35mm ter waarde van 1100 Amerikaanse dollars en/of
 een Canon cameralens 70-390mm ter waarde van 700 Amerikaanse dollars en/of
 een rugzak ter waarde van 150 Amerikaanse dollars en/of
 een ten name van [slachtoffer 1] gesteld Amerikaans paspoort en/of
 een of meerdere (overige) goederen en/of geldbedragen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in ieder geval aan een ander
dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat auto en/of goed(eren) en/of geldbedrag(en) heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak en/of verbreking;
1.
subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 17 mei 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft/hebben weggenomen
 een Canon 6d Mark I DSLR camera ter waarde van 600 Amerikaanse dollars en/of
 een Sennheisser mkh8060 microfoon ter waarde van 1200 Amerikaanse dollars en/of
 een Small HD monitor / een klein beeldscherm ter waarde van 500 Amerikaanse dollars en/of
 een Camera Rig Cage / een camerahouder ter waarde van 90 Amerikaanse dollars en/of
 een Sony Lavalier microfoon ter waarde van 600 Amerikaanse dollars en/of
 diverse lichten ter waarde van 40 Amerikaanse dollars en/of
 een Canon cameralens 16-35mm ter waarde van 1100 Amerikaanse dollars en/of
 een Canon cameralens 70-390mm ter waarde van 700 Amerikaanse dollars en/of
 een rugzak ter waarde van 150 Amerikaanse dollars en/of
 een ten name van [slachtoffer 1] gesteld Amerikaans paspoort en/of
 een of meerdere (overige) goederen en/of geldbedragen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in ieder geval aan een ander
dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat auto en/of goed(eren) en/of geldbedrag(en) heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak en/of verbreking
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks de periode van 15 mei 2019 tot en met 17 mei 2019 te Amsterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
 op voorverkenning te gaan en/of de plaats delict heeft verkend en/of uitgekozen en/of bekeken en/of
 zijn, verdachtes, scooter, althans een bij verdachte in (bruik)leen zijnde scooter, uit te lenen en/of ter beschikking te stellen aan (een van) voornoemde personen;
2.
primair
hij op of omstreeks 13 juli 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen Macbook en/of een Cartier-zonnebril en/of een of (overige) meerdere goed(eren) en/of
geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in ieder geval aan een ander dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat auto en/of goed(eren) en/of geldbedrag(en) heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te
nemen goed(eren) en/of geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
subsidiair
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 13 juli 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft/hebben weggenomen Macbook en/of een Cartier-zonnebril en/of een of
(overige) meerdere goed(eren) en/of geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in ieder geval een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders waarbij hij/zij zich de toegang tot die auto en/of goederen en/of geldbedragen heeft/hebben verschaft en/of die goederen
en/of geldbedragen onder zijn/hun bereik heeft gebracht door braak en/of verbreking
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks de periode van 12 juli 2019 tot en met 13 juli 2019 te Amsterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
 op voorverkenning te gaan en/of de plaats delict heeft verkend en/of uitgekozen en/of bekeken en/of
 zijn, verdachtes, scooter, althans een bij verdachte in (bruik)leen zijnde scooter, uit te lenen en/of ter beschikking te stellen aan (een van) voornoemde personen;
3.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met
20 augustus 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere Apple pencils en/of een iPad Pro 12.9 inch heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op of omstreeks 9 oktober 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een Lenovo laptop en/of Bose oordopjes en/of een laptoptas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
primair
hij op of omstreeks 07 februari 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto heeft weggenomen een laptop (van het merk HP) en/of een rugtas en/of een chequebook en/of papieren,
geheel of ten dele toebehorend aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat auto heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen laptop onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
5.
subsidiair
hij op of omstreeks 07 februari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een laptop (van het merk HP) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren), betrof;
in zaak B dat:
1.
primair
hij, op of omstreeks 01 april 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (uit een voertuig met kenteken [kenteken 1]) een tas (met inhoud) en/of een geldbedrag van (ongeveer) 60 euro, geheel of ten dele toebehorend aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat voertuig heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
1.
subsidiair
[naam], of een onbekende ander, op of omstreeks 01 april 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (uit een voertuig met kenteken [kenteken 1]) een tas (met inhoud) en/of een geldbedrag van
(ongeveer) 60 euro, geheel of ten dele toebehorend aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdacht een/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat voertuig heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 01 april 2018 te Amsterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [naam] of die onbekende ander naar de plaats delict te vervoeren/brengen en/of het voertuig waaruit goederen wederechtelijk weggenomen zouden kunnen worden en/of zijn weggenomen, te verlichten met een lamp en/of die [naam] of onbekende ander, al dan niet met buit van de plaats delict weg te voeren met een scooter, dan wel enig motorvoertuig;
2.
hij, op of omstreeks 01 april 2018 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (toen die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] hem, verdachte, bewogen tot stoppen door hem, verdachte, de weg te blokkeren en/of door "Politie, Politie!" naar hem, verdachte, te roepen) (met zijn scooter) gas heeft gegeven en/of met (ver)ho(o)g(de) snelheid (met zijn scooter) op die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] is afgereden/ingereden;
3.
hij, op of omstreeks 01 april 2018 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig (scooter), daarmee rijdende op de weg, de Prins Hendrikkade, (vluchtend voor de politie)
 met (te) hoge snelheid over een trottoir is gereden (waar op dat moment veel, in elk geval meerdere voetgangers aanwezig waren), en/of
 (daarbij) tegen een onbekend gebleven persoon is aangereden (die daardoor ten val is gekomen) en/of
 (daarbij) tegen/over een fiets is gereden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
in zaak C dat:
hij op of omstreeks 29 april 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een voertuig (Merk Audi Q3 met kenteken [kenteken 2]) een rugtas (met inhoud) en/of een fluwelen tasje (met inhoud), geheel of ten dele toebehorend aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen rugtas (met inhoud) en/of dat fluwelen tasje (met inhoud) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan die van de rechtbank, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, zulks met uitzondering van de kwalificatie en de opgelegde taakstraffen, bijkomende straf en maatregel – in zoverre zal het vonnis waarvan beroep worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof de navolgende overweging ten aanzien van de vrijspraak van het in zaak B onder 2 tenlastegelegde in de plaats stelt van de overweging van de rechtbank zoals opgenomen in het vonnis van 28 november 2019 onder paragraaf 4.2.
De omstandigheid dat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd staat in dit geval niet aan een partiële bevestiging van het vonnis in de weg, omdat het hof niet komt tot een andere bewezenverklaring dan de rechtbank en niet is gehouden de verdachte vrij te spreken van het onderdeel dat in hoger beroep aan de tenlastelegging is toegevoegd.

Vrijspraak

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van het in zaak B onder 2 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken, omdat de verdachte geen opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, ook niet in voorwaardelijke zin.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het in zaak B onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt op grond van de inhoud van het dossier vast dat de verdachte voorafgaand aan het in zaak B onder 2 tenlastegelegde zeer gevaarlijk rijgedrag heeft vertoond. Hoewel het met inachtneming van dat rijgedrag goed voorstelbaar is dat de scooter waarop de verdachte reed in de beleving van de betrokken verbalisanten recht op hen afkwam, ontbreken gegevens, waaronder de afstand tot de verbalisanten, de snelheid waarmee de verdachte reed en de hoek waaronder de verdachte in de richting van de verbalisanten reed, op basis waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat de verdachte met zodanige snelheid en richting en vanaf zodanige afstand op de verbalisanten is afgereden dat hij daarmee, al dan niet in voorwaardelijke zin, opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de verbalisanten of een van hen. Het hof is dan ook van oordeel dat de verdachte van het in zaak B onder 2 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.

Kwalificatie

Het in zaak A onder 2 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplichtig aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het in zaak A onder 3 bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.
Het in zaak A onder 4 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Het in zaak A onder 5 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het in zaak B onder 1 primair en in zaak C bewezenverklaarde levert op:
telkens
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het in zaak B onder 3 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

Oplegging van straffen en maatregelen

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in zaak A onder 2 subsidiair, 3, 4, en 5 primair, in zaak B onder 1 primair en in zaak C bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest en voorts tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren, Voor het in eerste aanleg in zaak B onder 3 bewezenverklaarde heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis en voorwaardelijke een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast heeft de rechtbank een vrijheidsbeperkende maatregel, inhoudende een contactverbod met de medeverdachten, voor de duur van 1 jaar aan verdachte opgelegd.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in zaak A onder 2 subsidiair, 3, 4, en 5 primair, in zaak B onder 1 primair en 2 en in zaak C tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest en voor het in zaak B onder 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 maanden.
De raadsman heeft verzocht vanwege de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop de door de rechtbank opgelegde taakstraf te verlagen naar maximaal 140 uren en de verdachte geen vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich, al dan niet samen met anderen, meermalen schuldig gemaakt aan inbraken in voertuigen. Daarbij zijn de ruiten van deze voertuigen vernield en diverse, vaak kostbare, goederen weggenomen. Daarnaast heeft de verdachte op buitengewoon brutale wijze een laptoptas met inhoud weggenomen en zich schuldig gemaakt aan opzetheling van, ook bij een inbraak in een voertuig weggenomen, goederen van het merk Apple. Door aldus te handelen heeft de verdachte er niet alleen blijk van gegeven geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van anderen, maar tevens schade toegebracht aan en overlast veroorzaakt voor de betrokkenen. Bovendien heeft de verdachte door het helen van de gestolen goederen bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt daarvoor.
De verdachte is voorts, na een van de voornoemde inbraken, op zijn scooter weggereden om aan de politie te ontkomen. Tijdens de daaropvolgende achtervolging heeft de verdachte door het begaan van een reeks verkeersovertredingen de veiligheid van zijn medeweggebruikers ernstig in gevaar gebracht. Naast dat de verdachte met hoge snelheid over een trottoir is gereden waar op dat moment meerdere voetgangers liepen, is hij tegen een persoon aangereden die daardoor ten val is gekomen. De verdachte en de onschuldige omstanders mogen van geluk spreken dat er geen andere personen meer of minder ernstig gewond zijn geraakt.
Ten aanzien van de bewezenverklaarde misdrijven is het hof van oordeel dat de ernst van en hoeveelheid aan feiten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn in positieve zin gewijzigd: hij heeft al langere tijd dagbesteding in de vorm van werk als chauffeur en/of bezorger en hij gaat in het aankomende schooljaar een nieuwe opleiding volgen. In deze wijziging ten goede in combinatie met verdachtes jeugdige leeftijd ten tijde van de feiten ziet het hof echter, evenals de rechtbank en anders dan de advocaat-generaal, aanleiding een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf voor de maximale duur, op te leggen.
Nu echter de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens in hoger beroep met zes maanden is overschreden, zal het hof de taakstraf matigen in die zin dat de op te leggen maximale taakstraf wordt verminderd met 40 uren.
Ten aanzien van de bewezenverklaarde overtreding is het hof, anders dan de rechtbank, van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en met name het gevaar dat de verdachte daarmee voor omstanders heeft veroorzaakt, niet kan worden volstaan met een voorwaardelijke taakstraf. Wel zal het hof vanwege het tijdsverloop de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen in voorwaardelijke vorm opleggen.
Ten aanzien van de door de rechtbank opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel in de vorm van een contactverbod met de medeverdachten is het hof van oordeel dat oplegging van deze maatregel niet langer noodzakelijk is ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf, taakstraffen en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 48, 57, 62, 63, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie en de opgelegde taakstraffen, bijkomende straf en maatregel en doet in zoverre opnieuw recht.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-698347-19 (zaak A) onder 2 subsidiair, onder 3, onder 4 en onder 5 primair en in de zaak met parketnummer 13-701530-18 (zaak B) onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 13-701709-18 (zaak C) bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-701530-18 (zaak B) onder 3 bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A.G. Nijman, mr. J.W.P. van Heusden en mr. J.J.J. Schols, in tegenwoordigheid van
mr. L. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 juni 2022.
Mr. J.J.J. Schols is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]