Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 maart 2020 te Monnickendam, gemeente Waterland, aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten verminderd zicht van het rechteroog en/of een blijvend litteken in het aangezicht, heeft toegebracht door die [benadeelde] (met kracht) met een plank/balk, althans hard voorwerp, in het gezicht/tegen het hoofd te slaan;
hij op of omstreeks 28 maart 2020 te Monnickendam, gemeente Waterland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [benadeelde] (met kracht) met een plank/balk, althans hard voorwerp, in het gezicht/tegen het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 28 maart 2020 te Monnickendam, gemeente Waterland, [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde] (met kracht) met een plank/balk, althans hard voorwerp, in het gezicht/tegen het hoofd te slaan, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten verminderd zicht van het rechteroog en/of een blijvend litteken in het aangezicht, ten gevolge heeft gehad;
hij op of omstreeks 26 februari 2020 te Monnickendam, gemeente Waterland, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] in het gezicht/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of tegen het been/lichaam te schoppen/trappen;
Vonnis waarvan beroep
In hoger beroep gevoerde verweren
Bewezenverklaring
hij op 28 maart 2020 te Monnickendam, gemeente Waterland, aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten verminderd zicht van het rechteroog en een blijvend litteken in het aangezicht, heeft toegebracht door die [benadeelde] (met kracht) met een plank tegen het hoofd te slaan;
hij op 26 februari 2020 te Monnickendam, gemeente Waterland, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] in het gezicht te slaan/stompen en tegen het been te schoppen;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 4.993,00 (vierduizend negenhonderddrieënnegentig euro) bestaande uit € 1.493,00 (duizend vierhonderddrieënnegentig euro) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.