ECLI:NL:GHAMS:2022:1594

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
23-001724-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van televisietoestellen met bewijsvoering over voltooide diefstal en strafmotivering

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1992, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor diefstal van televisietoestellen. De tenlastelegging betrof de diefstal van twaalf televisietoestellen op 7 december 2019 te Oosterblokker, gemeente Drechterland, waarbij de verdachte samen met anderen de toegang tot het bedrijf van [BV] B.V. had verkregen door middel van braak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 11 mei 2022 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat er geen sprake was van een voltooide diefstal, omdat de verdachte zich nog niet de feitelijke heerschappij over de televisies had verschaft. Het hof heeft dit verweer verworpen en geoordeeld dat de verdachte zich door het inladen van de televisies in een busje voldoende feitelijke heerschappij had verschaft, waardoor de diefstal als voltooid kon worden beschouwd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001724-21
datum uitspraak: 25 mei 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 31 mei 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-216993-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 7 december 2019 te Oosterblokker, gemeente Drechterland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 12 althans een of meer (grote/dure) televisietoestellen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [BV] B.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen televisie toestellen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door een (slot van) een toegangshek open ter breken en/of door een stuk hek kapot te knippen en/of door een (rol)deur te forceren in elk geval middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. De verdachte had zich nog niet een zodanige feitelijke heerschappij over de televisies verschaft dat sprake was van een voltooide diefstal. Het vrachtbusje waar de televisies in waren geladen heeft de hele tijd in de aanwezigheid van de politie met een open laadklep tegen de muur gestaan op een afgesloten terrein. Het gedupeerde bedrijf kon bovendien de hele tijd via camera’s meekijken waar de televisies zich bevonden.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt.
Voor een veroordeling ter zake van (voltooide) diefstal van een aan een ander toebehorend goed – een en ander als bedoeld in artikel 310 van het wetboek van Strafrecht – is onder meer vereist dat de dader zich een zodanige feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit zodanig aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken dat de wegneming van het goed als voltooid kan gelden (Vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2627, NJ 2013/159). Voorts is van belang of de gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn te beschouwen als gericht op voltooiing van een diefstal. Ongestoord bezit van het desbetreffende voorwerp is echter geen vereiste.
De verdachte heeft zich met zijn medeverdachten toegang verschaft tot het bedrijfsterrein en het daar gelegen pand van [BV] B.V., waarna zij meerdere televisietoestellen hebben ingeladen in de laadruimte van een door hen gehuurd busje dat op het bedrijfsterrein tegen voornoemd pand stond geparkeerd. Nadat de verdachte en zijn medeverdachten merkten dat de politie hen in het vizier had, zijn zij allen weggerend. Naar het oordeel van het hof hebben de verdachte en zijn medeverdachten door de televisietoestellen in te laden in het busje zich een zodanige feitelijke heerschappij over de televisietoestellen verschaft dat de wegneming daarvan een voltooide diefstal oplevert. Deze gedragingen zijn daarmee naar hun uiterlijke verschijningsvorm te beschouwen als gericht op voltooiing van een diefstal. Dat de verdachte en zijn medeverdachten zijn weggerend na het inladen van de televisietoestellen maakt dat niet anders.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 7 december 2019 te Oosterblokker, gemeente Drechterland, tezamen en in vereniging televisietoestellen die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [BV] B.V., heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen televisietoestellen onder hun bereik hebben gebracht door een toegangshek open te breken, door een stuk hek kapot te knippen en door een (rol)deur te forceren.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis met aftrek van het voorarrest.
De verdediging heeft verzocht een voorwaardelijke taakstraf op te leggen en rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is kostwinner en zijn vriendin is zwanger van hun tweede kind. Het klusbedrijf van de verdachte loopt goed en hij heeft een vaste opdrachtgever. Een detentie zou deze positieve ontwikkelingen doorkruisen. De verdachte heeft bovendien verantwoordelijkheid genomen door ter zitting in hoger beroep openheid van zaken te geven.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich tezamen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan een inbraak bij [BV] B.V. Daarbij hebben zij het bedrijf behoorlijk wat schade toegebracht. Ze hadden de toegang tot het gebouw geforceerd en een groot aantal dure televisies uit het bedrijf ontvreemd en in het klaarstaande busje gezet. Dit zijn ernstige en hinderlijke feiten, die niet alleen voor overlast en materiële schade voor het gedupeerde bedrijf hebben gezorgd, maar ook kunnen bijdragen aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Het hof houdt in het voordeel van de verdachte rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, zoals deze ter terechtzitting door de verdachte en diens raadsman naar voren zijn gebracht. Daaruit laat
het zich aanzien dat de verdachte thans een positieve ontwikkeling doormaakt, in die zin dat sprake is van een gezinsleven met een jong kind (en een tweede op komst) en een eigen klusbedrijf. Het hof acht het in het belang van de verdachte, maar (met het oog op het voorkomen van recidive) vooral in het algemeen belang van de samenleving dat deze positieve ontwikkelingen niet worden doorkruist door een straf die zou meebrengen dat de verdachte op dit moment gedetineerd zou raken met alle gevolgen die dat voor zijn werk en jonge gezin zou hebben. Het hof houdt er tevens rekening mee dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is en dat uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 april 2022 blijkt dat de verdachte sinds de veroordeling in eerste aanleg van 31 mei 2021 geen misdrijven meer heeft begaan die ter kennis van justitie zijn gekomen. Aan de andere kant is de verdachte wel eerder voor vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld, wat in zijn nadeel wordt meegewogen.
De straf die de advocaat-generaal heeft gevorderd doet, naar het oordeel van het hof onvoldoende recht aan de ernst van het feit en aan de omstandigheid dat de verdachte het in vereniging met anderen heeft gepleegd. Daarom acht het hof, alles afwegende, de maximaal op te leggen taakstraf passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M. Milani, mr. P.F.E. Geerlings en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 mei 2022.
Mr. A.M.P. Geelhoed is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]