ECLI:NL:GHAMS:2022:1470
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.T. van der Meer
- G.C. Boot
- M.S.A. Vegter
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een duurovereenkomst tussen een agent en een fabrikant wegens betalingsweigering
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [X] B.V., een groothandelaar in kleding, en de Franse kledingproducent KOOKAI S.A.S. [X] heeft in de periode van 2015 tot 2018 kleding gekocht van Kookai, maar heeft de facturen voor geleverde artikelen in de periode van 23 februari 2018 tot en met 29 mei 2018 onbetaald gelaten. Kookai heeft hierop de samenwerking beëindigd en vordert betaling van de openstaande facturen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. [X] heeft in hoger beroep een tegenvordering ingediend, maar deze is zowel door de rechtbank als het hof afgewezen.
Het hof oordeelt dat Kookai gerechtigd was om de samenwerking te beëindigen, omdat [X] had aangegeven niet te zullen betalen voor toekomstige leveringen. Het hof stelt vast dat de klachten van [X] over de wijze van nakoming door Kookai onvoldoende concreet zijn en dat de samenwerking niet kan worden gekwalificeerd als een distributie-overeenkomst. De opzegtermijn is niet in acht genomen, maar dit heeft geen betekenis omdat [X] niet meer bereid was om te betalen. Het hof concludeert dat Kookai niet aansprakelijk is voor de schade die [X] stelt te hebben geleden door de beëindiging van de samenwerking.
De vorderingen van [X] worden afgewezen en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. [X] wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.