Uitspraak
mr. F.G.K. Overkleeft, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.G.J. de Haanen
mr. D.H. Tilanus, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
2 [A] ,
[B],
[C],
[D],
[E],
DE GEZAMENLIJKE ANDERE, NIET BIJ NAAM BEKENDE HOUDERS VAN AANDELEN IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN KIADIS PHARMA N.V.,
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
cum dividend), betaalbaar in contanten (hierna: de biedprijs). De oorspronkelijke aanmeldingstermijn liep van 15 februari 2021 tot en met 12 april 2021 om 17:40 uur MET. Op 12 februari 2021 is het biedingsbericht algemeen verkrijgbaar gesteld en hebben de raad van bestuur en de raad van commissarissen van Kiadis een
position statementafgegeven, met als bijlage een
fairness opinionvan Moelis & Company LLC van 1 november 2020.
3.De gronden van de beslissing
settlement agent, hierna: ING) van 21 juli 2021 (hierna: de ING-verklaring).
“(…) Door Sanofi is geen regeling getroffen met houders van Aandelen die hen in een wezenlijk andere positie brengt dan andere houders van Aandelen. Deze verklaring volgt uit de Sanofiverklaring. De afwezigheid van dergelijke regelingen kan ik, notaris, niet met zekerheid vaststellen. Onderzoek van het Biedingsbericht en de andere Onderzochte Documenten in onderling verband hebben mij geen aanknopingspunten verschaft om de verklaring van Sanofi in twijfel te trekken. (…)”.
Irrevocable Undertaking) aan het door Sanofi uit te brengen openbaar bod;
Irrevocable Undertakingen de voorwaarden waaronder LSP de door haar (fondsen) gehouden Aandelen onder het bod zal aanbieden, in de kern steeds afkomstig zijn van Sanofi. Dat geldt zowel voor de mededelingen over de met LSP gesloten
Irrevocable Undertakingin het persbericht van 2 november 2020 en het biedingsbericht als voor de Sanofi Verklaring. Sanofi heeft geen afschrift overgelegd van de met LSP gesloten
Irrevocable Undertaking, en een verklaring van LSP dan wel een onafhankelijke derde partij over de inhoud en de voorwaarden daarvan ontbreekt. De notaris heeft in het verlengde daarvan verklaard dat zij niet met zekerheid kan vaststellen dat met LSP geen regeling is getroffen die haar in een wezenlijk andere positie brengt dan andere houders van Aandelen, maar dat zij geen aanknopingspunten heeft de verklaring van Sanofi daarover in twijfel te trekken. De Ondernemingskamer acht de aldus gegeven onderbouwing van de stelling van Sanofi dat de door LSP op basis van de
Irrevocable Undertakingonder het bod aangeboden aandelen wel in de berekening van de noemer en de teller dienen te worden meegenomen omdat met LSP geen regeling is getroffen die haar in een wezenlijk andere positie brengt dan andere houders van Aandelen, onvoldoende concreet om van de juistheid daarvan uit te kunnen gaan. Dit betekent dat deze LSP Aandelen hierna bij de berekening van de acceptatiegraad van het bod buiten de teller en de noemer zullen worden gehouden.
Irrevocable Undertakingonder het bod zijn aangemeld. De Ondernemingskamer zal deze aandelen hierna niet meewegen bij de vaststelling van de teller en de noemer voor de berekening van de acceptatiegraad van het bod. Daarbij merkt de Ondernemingskamer op dat zij niet met zekerheid heeft kunnen vaststellen of en, zo ja, in welke omvang LSP ook aandelen heeft verkregen op grond van de door haar gehouden Warrants en zij dus niet kan uitsluiten dat van de door LSP gehouden 7.376.456 Aandelen, een deel ook al als Warrants Aandelen buiten de berekening van de teller en de noemer zal worden gehouden. In zoverre kan dus sprake zijn van een dubbeltelling. De Ondernemingskamer zal een en ander echter verder in het midden laten omdat, zoals hierna ook zal blijken, ook in dat geval ruimschoots aan de vereisten voor toepassing van het bewijsvermoeden van artikel 2:359c lid 6 BW is voldaan.