In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, van 26 april 2022, is het verzoek van Attexo OÜ en [A] tot beëindiging van de enquêteprocedure afgewezen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de gegronde redenen voor twijfel aan het beleid en de gang van zaken van TAF ASSET 11 B.V. nog steeds bestaan. Attexo c.s. hebben aangevoerd dat zij met een derde partij tot een minnelijke regeling zijn gekomen, waardoor zij geen belang meer hebben bij de voortzetting van de enquêteprocedure. Averline heeft dit verzoek ondersteund. Echter, de Ondernemingskamer oordeelt dat het belang van TAF en haar schuldeisers zwaarder weegt, en dat voltooiing van het onderzoek noodzakelijk is voor openheid van zaken en het vaststellen van verantwoordelijkheden voor eventueel wanbeleid.
Daarnaast heeft de Ondernemingskamer het verzoek van de onderzoeker om het onderzoeksbudget te verhogen tot € 220.000, exclusief btw, toegewezen. De onderzoeker heeft zijn verzoek voldoende toegelicht en de overige partijen hebben geen concrete bezwaren geuit. De Ondernemingskamer heeft ook een nieuwe raadsheer-commissaris benoemd, mr. A.W.H. Vink, ter vervanging van mr. G.C. Makkink, die niet langer raadsheer is bij de Ondernemingskamer. De beschikking is openbaar uitgesproken en uitvoerbaar bij voorraad.