ECLI:NL:GHAMS:2022:1238
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en benoeming voogd in een gezagskwestie met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun vier minderjarige kinderen. De ouders, aangeduid als de vader en de moeder, waren in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 15 september 2021, waarin hun ouderlijk gezag was beëindigd. De kinderen, geboren in 2011, 2016, 2018 en 2021, waren onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst vanwege zorgen over hun opvoedomgeving, waaronder verwaarlozing en huiselijk geweld. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat waren om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen. Ondanks hun bezwaren tegen de beslissing van de rechtbank, heeft het hof geoordeeld dat de zorgen over de kinderen ernstig zijn en dat de ouders niet in het belang van de kinderen handelen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waardoor de GI (William Schrikker Stichting) is benoemd tot voogd over de kinderen. De ouders hebben geen ouderlijk gezag meer over [kind 1] en de moeder heeft geen ouderlijk gezag meer over [kind 2], [kind 3] en [kind 4].