Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 1 maart 2020 te Amsterdam aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
Vonnis waarvan beroep
Feiten en omstandigheden
Bewijsoverweging ten aanzien van de primair tenlastegelegde poging doodslag
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
first offenderis, dat hij tot zijn daad is gekomen in een situatie waarmee hij, mede door zijn stoornissen, niet adequaat kon omgaan en dat hij gebaat is bij hulp. De ernst van de strafbare gedraging en van de gevolgen daarvan voor het slachtoffer nopen echter tot oplegging van een langdurige gevangenisstraf, die geen ruimte laat voor een voorwaardelijk deel. Alles afwegende acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren passend en geboden.
Beslissingen omtrent in beslag genomen voorwerpen
Vorderingen van de benadeelde partijen
Ziekenhuis- en revalidatiedaggeldvergoeding
- de aard en ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij,
- de aard en ernst van het handelen van de verdachte,
- de in de strafmotivering beschreven omstandigheden waaronder zich dit handelen heeft afgespeeld.
Het hof heeft hierbij in het bijzonder in aanmerking genomen dat sprake is van zeer ernstig lichamelijk letsel waarbij slechts uitzicht bestaat op een nog verdere verslechtering van de gezondheidssituatie van het slachtoffer.
1 september 2020, zijnde de datum gelegen in het
1 maart 2020, zijnde de dag van de schadeveroorzakende gebeurtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] en [benadeelde 2]
Bevel gijzeling
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 156.465,00 (honderdzesenvijftigduizend vierhonderdvijfenzestig euro), bestaande uit € 6.465,00 (zesduizend vierhonderdvijfenzestig euro) aan materiële schade en € 150.000,00 (honderdvijftigduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 20.046,40 (twintigduizend zesenveertig euro en veertig cent), bestaande uit € 2.546,40 (tweeduizend vijfhonderdzesenveertig euro en veertig cent) aan materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.