Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
€ 45.924,20. Dit bedrag is toewijsbaar.
grief1 heeft [appellant] aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte in het midden heeft gelaten of sprake was van een huurkoopovereenkomst. Volgens [appellant] heeft hij een rechtens te respecteren belang bij een oordeel of hij jegens [Y] op grond van een huurkoopovereenkomst een verbintenisrechtelijke aanspraak op nakoming heeft. [appellant] heeft dit niet toegelicht.
grief 2heeft [appellant] betoogd dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst tussen hem en [geïntimeerde] moest worden ontbonden. Volgens [appellant] viel er niets meer te ontbinden, omdat de huurovereenkomst tussen hem en [Y] al op 31 januari 2000 met wederzijds goedvinden was geëindigd. Toen werd immers aangaande de onroerende zaak een nieuwe overeenkomst, een huurkoopovereenkomst, gesloten. Tussen hem en [geïntimeerde] heeft dan ook nooit een huurovereenkomst bestaan, aldus [appellant] .
grief3 heeft [appellant] aangevoerd dat ten onrechte een bedrag van