ECLI:NL:GHAMS:2022:113
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens onvoldoende bewijs van heling van een scooter
Op 20 januari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 10 september 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 2005, die ervan beschuldigd werd een scooter (merk Piaggio) te hebben verworven, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 6 januari 2022 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.
De tenlastelegging omvatte de periode van 28 juni 2020 tot en met 2 juli 2020, waarin de verdachte samen met anderen of alleen de scooter zou hebben verworven. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastegelegde heling. De verdachte had de scooter gekocht via een website voor een laag bedrag en er waren geen aanwijzingen dat hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de scooter gestolen was. Het hof heeft de verklaring van de verdachte over het onderzoek naar de herkomst van de scooter geloofwaardig geacht, aangezien hij had gecontroleerd of de scooter als gestolen was opgegeven, wat ten tijde van de aflevering niet het geval was.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij het tenlastegelegde had begaan. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters C.J. van der Wilt, L.I.M. van Bergen en A.M.A. Keulen, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.