ECLI:NL:GHAMS:2022:1066

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2022
Publicatiedatum
10 april 2022
Zaaknummer
200.292.180/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van kostenveroordeling in hoger beroep met betrekking tot Bos Holding en Gea Dutch Holding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2022 een verbeterarrest uitgesproken in het hoger beroep van Bos Holding en Onroerend Goed B.V. tegen Gea Dutch Holding B.V. en Ket Marine International B.V. Het hof had eerder op 1 maart 2022 een arrest uitgesproken, waarbij Bos Holding was veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Mr. M. Straus, de advocaat van Bos Holding, verzocht bij brief van 21 maart 2022 om aanpassing van de kostenveroordeling. Mr. M.H.S. Verhoeven, de advocaat van de geïntimeerden, verzet zich tegen dit verzoek.

Het hof heeft vastgesteld dat Bos Holding was veroordeeld tot betaling van € 4.838,- aan verschotten en € 5.705,- voor salaris. Het bedrag van € 4.838,- betrof het griffierecht dat in rekening was gebracht aan Gea in hoger beroep. Na een verzoek van mr. Straus is het griffierecht voor zowel Bos Holding als Gea gewijzigd, wat resulteerde in een aanpassing van het griffierecht voor Gea naar € 772,-. Het hof heeft deze kennelijke fout in het arrest van 1 maart 2022 gecorrigeerd.

Wat betreft het salaris van € 5.705,- heeft het hof vastgesteld dat dit bedrag correct was berekend op basis van het liquidatietarief en de geldswaarde van de vordering. Het verzoek van mr. Straus om de kostenveroordeling te matigen werd afgewezen, omdat het arrest reeds was uitgesproken. Het hof heeft de verbetering van de kostenveroordeling in het eerdere arrest vastgesteld en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.292.180/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/692630 / HA ZA 20-1114
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 april 2022
inzake
BOS HOLDING EN ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Hilversum,
appellante,
advocaat: mr. M. Straus te Amsterdam,
tegen

1.GEA DUTCH HOLDING B.V.,

gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
1.
KET MARINE INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Zevenbergen, gemeente Moerdijk,
geïntimeerden,
advocaat: mr. M.H.S. Verhoeven te Rotterdam.
Partijen worden hierna Bos Holding, Gea en Ket genoemd.

1.Het geding in hoger beroep

Het hof heeft in deze zaak op 1 maart 2022 een arrest uitgesproken.
Bij brief van 21 maart 2022 heeft mr. Straus verzocht om de daarbij uitgesproken kostenveroordeling aan te passen.
Bij e-mail van 23 maart 2022 heeft mr. Verhoeven zich verzet tegen toewijzing van dit verzoek.

2.Beoordeling

2.1
Bos Holding is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Gea en Ket begroot op (onder meer) € 4.838,- aan verschotten en € 5.705,- voor salaris.
2.2
Met het genoemde bedrag van € 4.838,- aan verschotten is gedoeld op het bij Gea in hoger beroep in rekening gebrachte griffierecht. Mr. Straus heeft de griffie bij brief van 21 maart 2021 verzocht om aanpassing van het bij Bos Holding in hoger beroep in rekening gebrachte griffierecht. Naar aanleiding daarvan heeft de griffier het griffierecht voor zowel Bos Holding als Gea gewijzigd. Met inachtneming daarvan is uiteindelijk € 772,- aan Gea in rekening gebracht voor griffierecht in hoger beroep. Het arrest bevat in dit opzicht een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Het hof zal die verbeteren.
2.3
Het genoemde bedrag van € 5.705,- voor salaris is berekend aan de hand van het liquidatietarief op basis van 1 punt, tarief VIII, waarbij aan de zaak een geldswaarde van meer dan € 1 miljoen is toegekend, namelijk € 1,5 miljoen, het in de vordering in de hoofdzaak genoemde bedrag. Dit is geen fout en in elk geval geen kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Het hof zal het verzoek om verbetering in zoverre afwijzen.
2.4
Mr. Straus heeft subsidiair verzocht om de kostenveroordeling te matigen. Nu het arrest reeds is uitgesproken, bestaat er geen ruimte voor toewijzing van een dergelijk verzoek.

3.Beslissing

Het hof:
verbetert het in deze zaak op 1 maart 2022 uitgesproken arrest aldus dat in plaats van:
“veroordeelt Bos Holding in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Gea en Ket begroot op € 4.838,- aan verschotten en € 5.705,- voor salaris en op € 163,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;”
wordt gelezen:
“veroordeelt Bos Holding in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Gea en Ket begroot op € 772,- aan verschotten en € 5.705,- voor salaris en op € 163,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;”
stelt de verbetering op de minuut van dat arrest;
wijst af het meer of anders verzochte.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.P. Wessels, G.C.C. Lewin en J.B. Huizink en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 5 april 2022.