Op 19 januari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door een verzoeker tegen de voorzitter en de rechters van de enkelvoudige belastingkamer. Het wrakingsverzoek was ingediend op 5 januari 2022, voorafgaand aan een geplande zitting op 6 januari 2022, waarin het hoger beroep van de verzoeker tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland zou worden behandeld. De verzoeker stelde dat geen enkele rechter in het bestuursrecht onpartijdig kon zijn, verwijzend naar een publieke erkenning van de rechterlijke macht dat deze altijd ten gunste van de Staat oordeelde. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet voldoende gemotiveerd was en dat het niet gericht was op de juiste rechters, aangezien het verzoek ook betrekking had op rechters die niet betrokken waren bij de zaak. De wrakingskamer stelde het verzoek buiten behandeling, omdat het niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.