ECLI:NL:GHAMS:2022:1037

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2022
Publicatiedatum
7 april 2022
Zaaknummer
200.287.154/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en betaling advocaatkosten in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een geschil tussen de maatschap Spectrum Advocaten en de Maatschappij tot Exploitatie van Reisbureaus 'Kennemerland' B.V. en KLH Beheer B.V. Spectrum heeft in hoger beroep een vordering ingesteld tot betaling van haar advocaatkosten, die voortvloeien uit een onrechtmatige daad van Kennemerland. Het hof heeft eerder een tussenarrest uitgesproken waarin werd geoordeeld dat de advocaatkosten van Spectrum redelijkerwijs noodzakelijk waren voor de vervulling van de taak van de Ondernemingsraad (OR). De ondernemer, Kennemerland, heeft de factuur van Spectrum niet voldaan en heeft zich op het standpunt gesteld dat er sprake was van een jaarlijks budget, wat door het hof als onjuist is beoordeeld.

Het hof oordeelt dat Kennemerland onrechtmatig heeft gehandeld door de factuur van Spectrum niet te voldoen. De ondernemer kan niet tegenwerpen dat de OR een procedure had moeten starten op basis van artikel 36 lid 2 WOR, aangezien de OR en Kennemerland inmiddels zijn opgeheven. De kosten van Spectrum zijn noodzakelijk geweest voor de advisering van de OR in een complexe overnamezaak. Het hof heeft de vordering van Spectrum toegewezen en Kennemerland veroordeeld tot betaling van € 4.234,03 inclusief btw, alsook € 861,98 aan buitengerechtelijke kosten. Daarnaast is Kennemerland in de proceskosten veroordeeld, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

Het hof heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Kennemerland onmiddellijk moet voldoen aan de veroordelingen, ongeacht eventuele verdere rechtsmiddelen die zij zou kunnen aanwenden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.287.154/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 8108723\ CV EXPL 19-7891
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 april 2022
inzake
De maatschap SPECTRUM ADVOCATEN,
gevestigd te Haarlem,
appellante,
advocaat: mr. M.G. Jansen te Haarlem,
tegen

1.MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN REISBUREAUS "KENNEMERLAND" B.V.,

gevestigd te Castricum,
2. KLH BEHEER B.V.,
gevestigd te Castricum,
geïntimeerden,
advocaat: mr. M. Santema te Alkmaar.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante wordt hierna Spectrum genoemd en geïntimeerden gezamenlijk Kennemerland c.s. en afzonderlijk Kennemerland en KLH.
In deze procedure is op 28 september 2021 een tussenarrest uitgesproken, hierna ‘het tussenarrest’. Voor het procesverloop tot die datum verwijst het hof naar het tussenarrest.
Ter uitvoering van het tussenarrest hebben partijen de volgende stukken ingediend:
  • akte na tussenarrest van de zijde van Spectrum;
  • akte uitlating van de zijde van Kennemerland c.s.;
  • antwoordakte na tussenarrest van de zijde van Spectrum;
  • antwoordakte van de zijde van Kennemerland c.s.
Ten slotte is arrest gevraagd.

3.Verdere beoordeling

3.1
In het tussenarrest heeft het hof (onder andere) geoordeeld dat bij gebrek aan de OR als procespartij in een procedure ex artikel 36 lid 2 WOR als grondslag ter voldoening van de factuur van Spectrum een onrechtmatige daad van Kennemerland zou kunnen gelden. Nu Spectrum en Kennemerland niet hebben kunnen reageren op de grondslag onrechtmatige daad zijn zij bij het tussenarrest in de gelegenheid gesteld dit bij akte alsnog te doen.
Grenzen rechtsstrijd
3.2
Kennemerland heeft allereerst gesteld dat het hof bij zijn tussenarrest buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden. Spectrum heeft in de procedure geen beroep gedaan op het feit dat Kennemerland inmiddels is opgeheven en dat doet het hof nu wel. Hierdoor handelt het hof in strijd met artikel 24 Rv, aldus Kennemerland.
3.3
Artikel 24 Rv bepaalt dat de rechter de zaak onderzoekt en beslist op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering ten grondslag hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Door artikel 24 Rv wordt de rechter gebonden aan de rechtsfeiten van de vordering, zoals door partijen aangevoerd. Het feit dat Kennemerland inmiddels is opgeheven, hetgeen tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is vastgesteld, is evenwel geen rechtsfeit, maar een feit. Op grond van artikel 25 Rv is het hof gehouden ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen en hiertoe is hij bij het tussenarrest overgegaan. Het hof is immers nagegaan op welke juridische grondslag de ten processe vastgestelde feiten de vordering kunnen dragen. Het hof heeft partijen vervolgens in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten, zodat ook geen sprake is van een verrassingsbeslissing.
Onrechtmatige daad
3.4
Met betrekking tot de grondslag onrechtmatige daad heeft Kennemerland – samengevat weergegeven – allereerst gesteld dat de vraag of op grond van artikel 22 lid 2 WOR kosten vergoed dienen te worden alleen aan de orde kan worden gesteld in een procedure ex artikel 36 WOR die de OR niet aanhangig heeft gemaakt. De inhoudelijke beoordeling van een procedure ex artikel 36 WOR kan niet gepasseerd worden met een (reparatie)beroep op onrechtmatige daad. Kennemerland heeft betwist dat de kosten van Spectrum redelijkerwijs noodzakelijk zijn geweest voor de vervulling van de taak van de OR. Omdat alle informatie duidelijk is aangeleverd en er feitelijk niet veel zou veranderen in de arbeidsvoorwaarden zou het voor de deskundige eenvoudig zijn de laatste vragen te stellen. Andere deskundigen (zoals door [x] aangedragen) hadden de bijstand kunnen verlenen binnen het budget. Kennemerland heeft betwist dat de factuur van Spectrum in feite oninbaar is en voor zover dat al zo zou zijn dan kan dit niet als onrechtmatigheid aan de zijde van Kennemerland worden gekwalificeerd. De overeenkomst die ten grondslag ligt aan de factuur van Spectrum is gesloten tussen haar en de OR, Kennemerland is daarbij geen partij. Kennemerland is volledig rechtmatig overgegaan tot opheffing van de OR en van Kennemerland zelf. Ten slotte is geen sprake van causaal verband tussen daad en schade, aldus nog steeds Kennemerland.
3.5
Het hof oordeelt als volgt. Kennemerland heeft onrechtmatig gehandeld jegens Spectrum door haar factuur niet te voldoen. Allereerst heeft Kennemerland zich richting de OR met betrekking tot de betaling van de factuur van Spectrum op het – door het hof bij zijn tussenarrest als onjuist beoordeelde – standpunt gesteld dat sprake was van een jaarlijks budget in de zin van artikel 22 lid 4 WOR. Nu het gaat om de vraag of op grond van artikel 22 lid 2 WOR kosten vergoed dienen te worden had de OR ex artikel 36 lid 2 WOR een procedure tegen Kennemerland aanhangig moeten maken, hetgeen zij heeft nagelaten. Dit kan Spectrum evenwel niet worden tegengeworpen. De stelling van Kennemerland dat de OR destijds alle tijd en gelegenheid had om een procedure ex artikel 36 lid 2 WOR te starten is onjuist. Er zat tijdsdruk op de advisering door de OR en een procedure zou de voorgenomen overname hebben vertraagd. Kennemerland heeft de (onervaren en niet juridisch onderlegde) OR ook niet gewezen op de mogelijkheid van een dergelijke procedure. Kennemerland kan Spectrum niet tegenwerpen dat zij de OR had moeten adviseren een procedure ex artikel 36 lid 2 WOR te voeren of ervoor zorgdragen dat de OR haar rechten terzake aan Spectrum had gecedeerd.
3.6
Omdat Kennemerland en de OR inmiddels zijn opgeheven, resteert als grondslag voor voldoening van de factuur van Spectrum een onrechtmatige daad van Kennemerland. De factuur van Spectrum is door de opheffing van Kennemerland en de OR oninbaar geworden, terwijl de kosten van Spectrum wel redelijkerwijs noodzakelijk zijn geweest voor de vervulling van de taak van de OR. Het ging om de overname van Zonvaart Reizen door D-Reizen en Kennemerland heeft er bij de OR op aangedrongen zich door een deskundige te laten bijstaan, omdat het volgens [x] ‘ingewikkelde materie’ betrof, zelfs voor deskundigen op dit gebied. Bovendien werden de arbeidsvoorwaarden niet een-op-een door D-Reizen overgenomen, hetgeen van de OR een kritische blik vroeg en naar aanleiding waarvan de OR extra informatie heeft opgevraagd. Kennemerland was ten tijde van de voorgenomen overname financieel draagkrachtig. De OR is in een vrij laat stadium om advies gevraagd en er ontbraken stukken, zodat er voldoende reden was voor de OR zich grondig te laten adviseren. Daarbij komt dat sprake was van een jonge en onervaren OR. De factuur van Spectrum van € 5.746,53 inclusief btw (waarop een matiging van € 1.950,00 is toegepast) komt het hof niet onredelijk voor. In eerste aanleg heeft Kennemerland aangeboden een bedrag van € 1.512,50 inclusief btw aan advieskosten te voldoen, welk bedrag de kantonrechter heeft toegewezen. Spectrum heeft in hoger beroep een bedrag van € 4.234,03 inclusief btw gevorderd, waarmee kennelijk bedoeld is het bestreden vonnis te vernietigen voor zover het meerdere boven het bedrag van € 1.512,50 inclusief btw is afgewezen, welk meerdere bedrag zal worden toegewezen, te verhogen met de contractuele rente.
3.7
Met
grief 9komt Spectrum op tegen het oordeel van de kantonrechter dat zij niet gemotiveerd heeft gesteld dat de werkelijke buitengerechtelijke kosten hoger zijn geweest en dat het redelijk was om buitengerechtelijke kosten van € 861,98 te maken. Spectrum heeft daartoe gesteld dat zij vanwege de weigering van Kennemerland om de factuur te voldoen incassowerkzaamheden heeft verricht, welke werkzaamheden buitengerechtelijke kosten van 15% over de hoofdsom (zijnde een bedrag van € 861,98) rechtvaardigen, onder overlegging van een urenspecificatie van 4,1 uur. Kennemerland heeft terzake slechts gesteld dat er een budget overeengekomen is, zodat zij niet gehouden is 15% over € 5.746,53 te voldoen.
3.8
Het hof oordeelt als volgt. Spectrum heeft gesteld buitengerechtelijke kosten gemaakt te hebben en heeft vergoeding daarvan gevorderd. Voldaan dient te worden aan het vereiste dat alleen redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt kunnen worden toegewezen. In dit geval is niet gebleken dat niet aan dit vereiste is voldaan. Kennemerland heeft zulks ook niet gemotiveerd betwist anders dan met verwijzing naar een non-existent jaarlijks budget, zodat het hof de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal toewijzen.
3.9
Gelet op het feit dat Spectrum door de kantonrechter ten onrechte in het ongelijk is gesteld zal Kennemerland zowel in eerste aanleg als in hoger beroep in de proceskosten worden veroordeeld, met nakosten en rente.
3.1
Kennemerland heeft geen concrete stellingen te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een andere beslissing zouden kunnen leiden, zodat haar bewijsaanbod daarom wordt gepasseerd.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis, met uitzondering van 6.1 en 6.2;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Kennemerland om aan Spectrum te betalen € 4.234,03 inclusief btw, te verhogen met de contractuele rente vanaf de vervaldatum van de factuur tot de dag der voldoening;
veroordeelt Kennemerland om aan Spectrum te betalen € 861,98 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt Kennemerland in de kosten van het geding in beide instanties en begroot deze kosten, voor zover tot heden aan de zijde van Spectrum gevallen, in eerste aanleg op € 572,40 aan verschotten en € 600,00 voor salaris en in hoger beroep op € 854,31 aan verschotten en € 1.967,50 aan salaris en op € 163,00 voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,00 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
wijst af het meer of anders gevorderde;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.C. Boot, I.A. Haanappel-van der Burg en A.C.M. Kuypers en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 5 april 2022.