Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2] (e/v [appellant sub 1] ),
[X],
1.STICHTING ATLAS COLLEGE,
2.STICHTING OBD NOORDWEST,
1.Kern van de zaak
- [appellant sub 1] als
- appellanten gezamenlijk (in enkelvoud) als
- [X] als
- Stichting Atlas College als
- Stichting OBD Noordwest als
2.Feiten
ISK) van Scholengemeenschap Newton (hierna:
SG Newton). Deze school valt onder het Atlas College.
[A]), werkzaam als GZ-psycholoog bij OBD Noordwest.
SEV) betreffende [X] .
[B]) het rapport van 30 mei 2014 gezamenlijk besproken. Bij e-mail van diezelfde dag met als onderwerp ‘evaluatiegesprek over [X] ’ heeft [appellanten] aan [B] , voor zover relevant, geschreven:
[C]). Naar aanleiding hiervan heeft op 30 juni 2014 een persoonlijk gesprek plaatsgevonden tussen [B] , [A] , [C] en [appellanten]
De Praktijk) aangezocht. In het rapport van De Praktijk d.d. 29 januari 2015 staat onder meer en voor zover relevant het volgende:
LKO). Bij beslissing van 18 maart 2015 is de klacht jegens [B] gegrond bevonden met betrekking tot inadequate communicatie en onvoldoende grond voor een AMK-melding. Voor zover relevant luidt de beslissing als volgt:
Regionaal Tuchtcollege). Bij beslissing van 29 december 2015 oordeelt het Regionaal Tuchtcollege voor zover relevant als volgt:
College van Toezicht NIP). Bij beslissing van 26 augustus 2016 heeft het College van Toezicht NIP de klacht tegen Augusteijn gegrond bevonden en voor zover relevant als volgt overwogen:
3.De procedure in eerste aanleg
4.De vorderingen in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel appel door het Atlas College, met producties;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel appel door OBD Noordwest, met productie;
- memorie van antwoord in incidenteel appel van het Atlas College, tevens houdende aanvulling grondslag vordering, met producties.