beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.287.560/01 en /02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 1 april 2021
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERFUND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. R.Q. Potter, kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRIOGEN HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. S.C.M. van Thiel, kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAMARO HOLDING B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
BELANGHEBBENDEtevens
VERZOEKSTER,
advocaten:
mrs. G.R.G. Driessenen
S.F. Melssen, kantoorhoudende te Rotterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Partijen worden hieronder aangeduid als Enerfund, Priogen Holding en Lamaro.
1.2 Voor het eerdere verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in de zaak met nummer 200.268.745/01 OK van 2 en 5 maart 2020, 14 mei 2020, 26 november 2020 en 15 december 2020.
1.3 Bij de beschikkingen van 2 en 5 maart 2020 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Priogen Holding en Priogen Energy B.V. over de periode vanaf 1 januari 2018 en drs. E.A. Marseille RA (hierna: de onderzoeker) benoemd als onderzoeker, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening mr. T.J.M. Lenders (hierna: Lenders) benoemd tot bestuurder van Priogen Holding.
1.4 Op 23 november 2020 heeft de onderzoeker het onderzoeksverslag met bijlagen aan de Ondernemingskamer doen toekomen. Bij de beschikking van 26 november 2020 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het hiervoor genoemde onderzoeksverslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Bij beschikking van 15 december 2020 heeft Ondernemingskamer de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op € 25.000, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5 Enerfund heeft in de zaak met zaaknummer 200.287.560/01 OK bij verzoekschrift van 18 december 2020 (verbeterd bij verzoekschrift van 18 februari 2021) de Ondernemingskamer zakelijk weergegeven verzocht:
vast te stellen dat zich ten aanzien van de transactie in december 2015 kort gezegd bestaande uit de inkoop van gewone aandelen gehouden door Lamaro en de uitgifte aan Lamaro van cumulatief preferente aandelen (hierna: de 2015-transactie), wanbeleid heeft voorgedaan;
bij wijze van voorzieningen:
a. alle besluiten van (organen van) Priogen Holding die ten grondslag liggen aan de 2015-transactie en de uitvoering daarvan te vernietigen;
b. een raad van commissarissen in te stellen met benoeming van drie commissarissen voor de duur van drie jaren of totdat een structuurregime is ingevoerd, met de opdracht een tweede (niet tijdelijke) bestuurder van Priogen Holding te zoeken;
c. te bepalen dat, in afwijking van de statuten van Priogen Holding, de raad van commissarissen in plaats van de algemene vergadering bevoegd is tot benoeming en ontslag van bestuurders en het vaststellen van een honorarium, althans zodanige bevoegdheden aan de raad van commissarissen toe te kennen als de Ondernemingskamer juist acht, een en ander voor een periode van drie jaar;
3. de onmiddellijke voorziening bestaande uit de benoeming van Lenders als tijdelijk bestuurder te beëindigen;
4. Priogen Holding te veroordelen in de kosten van deze procedure.
1.6 Lamaro heeft in de zaak met zaaknummer 200.287.560/01 OK bij verweerschrift van 25 januari 2021 geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van Enerfund tot het treffen van voorzieningen en de Ondernemingskamer zakelijk weergegeven verzocht:
1. vast te stellen dat zich gedurende de onderzoeksperiode wanbeleid heeft voorgedaan bij Priogen Holding;
2. vast te stellen dat [A] (hierna: [A] ) en Enerfund verantwoordelijk zijn voor het wanbeleid;
3. bij wijze van voorzieningen:
a. Enerfund te ontslaan als bestuurder van Priogen Holding;
b. de benoeming van Lenders tot bestuurder te verlengen voor een periode van ten minste drie maanden, steeds op eerste verzoek van Lenders te verlengen met drie maanden;
c. Lenders en de raad van advies de opdracht te geven te voorzien in de werving, selectie en benoeming van (i) een nieuwe, althans tweede bestuurder van Priogen Holding en (ii) voorzitter van de raad van advies;
4. Enerfund en [A] , althans Enerfund, althans Priogen Holding te veroordelen in de kosten van het onderzoek en van het geding.
1.7 Priogen Holding heeft in de zaak met zaaknummer 200.287.560/01 OK bij verweerschrift van 18 februari 2021 zich gerefereerd ten aanzien van de verzoeken van Enerfund en Lamaro en, voor het geval de Ondernemingskamer vaststelt dat zich wanbeleid heeft voorgedaan, verzocht de eventuele besluiten tot decharge over de desbetreffende boekjaren te vernietigen. Voor het geval de Ondernemingskamer vaststelt dat Enerfund en/of Lamaro verantwoordelijk zijn voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken bij Priogen Holding, heeft zij verzocht hen te veroordelen tot vergoeding aan Priogen Holding van de kosten van het onderzoek.
1.8 In reactie op het in 1.6 genoemde verzoek van Lamaro, heeft Enerfund bij verweerschrift van 18 februari 2021 de Ondernemingskamer kort gezegd verzocht het verzoek van Lamaro af te wijzen en haar te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.9 De verzoeken in de zaak met zaaknummer 200.287.560/01 OK zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 4 maart 2021. Toen hebben de advocaten de standpunten van de partijen toegelicht aan de hand van pleitnotities. Lamaro en Priogen Holding hebben tevoren toegezonden nadere producties overgelegd. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Na de zitting is de beslissing vooralsnog aangehouden met het oog op overleg tussen partijen. Op 11 maart 2021 heeft Lamaro de Ondernemingskamer laten weten dat het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid en verzocht beschikking te geven.
1.10 Enerfund heeft in de zaak met zaaknummer 200.287.560/02 bij verzoekschrift van 14 maart 2021 de Ondernemingskamer zakelijk weergegeven verzocht om bij wijze van onmiddellijke voorzieningen vooralsnog voor de duur van het geding en waar nodig in afwijking van de statuten van Priogen Holding:
te bepalen dat het bestuur van Priogen Holding, zonder dat daartoe een besluit van de algemene vergadering nodig is, bevoegd is tot uitgifte van,
primair, maximaal 10 miljoen gewone aandelen en
subsidiair10 miljoen preferente aandelen met stemrecht en hogere rang dan de huidige cumulatief preferente aandelen, tegen een uitgiftekoers van in totaal € 3 miljoen, aan Enerfund, althans aan een derde, met uitsluiting van het voorkeursrecht van de overige aandeelhouders van Priogen Holding;
een voorziening te treffen die het zo nodig mogelijk maakt om ten behoeve van de sub 1 bedoelde emissie het maatschappelijk kapitaal te verhogen;
de dividend- en inkooprechten en -verplichtingen verbonden aan de door Lamaro gehouden cumulatief preferente aandelen te schorsen;
enige andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer nodig acht;
alsmede Priogen Holding te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.11 Priogen Holding heeft in de zaak met zaaknummer 200.287.560/02 OK bij verweerschrift van 17 maart 2021 geconcludeerd tot afwijzing van de door Enerfund verzochte onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer verzocht om bij wijze van onmiddellijke voorziening Enerfund te schorsen als bestuurder van Priogen Holding totdat de Ondernemingskamer een beschikking heeft gegeven op de verzoeken van Lamaro in de zaak met zaaknummer 200.287.560/01 OK.
1.12 De verzoeken in de zaak met zaaknummer 200.287.560/02 OK zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 18 maart 2021. Toen hebben de advocaten de standpunten van de partijen toegelicht aan de hand van pleitnotities. Enerfund en Priogen Holding hebben nadere producties overgelegd. Lamaro heeft afwijzing van de door Enerfund verzochte onmiddellijke voorzieningen bepleit en verzocht Enerfund te veroordelen in de volledige door haar gemaakte kosten van rechtsbijstand. Priogen Holding heeft aangevoerd dat het verzoek berust op de achterhaalde veronderstelling dat Lamaro niet bereid is financiering te verstrekken en dat de door Enerfund verzochte onmiddellijke voorzieningen thans niet in het belang zijn van Priogen Holding. Ter zitting hebben partijen afspraken gemaakt over het tijdelijk terugtreden van Enerfund als bestuurder van Priogen Holding en Priogen Holding heeft daarop haar verzoek tot schorsing van Enerfund als bestuurder (zie 1.11) ingetrokken en dit is bevestigd bij brief van dezelfde datum van de griffier van de Ondernemingskamer aan partijen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 Inleiding en feiten
2.1Deze beschikking heeft zowel betrekking op het tweede fase verzoek (zaaknummer 200.287.560/01) als op het na de mondelinge behandeling van dat verzoek ingediende verzoek van Enerfund tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen (zaaknummer 200.287.560/02). De zaak met nummer 200.287.560/01 heeft betrekking op gebeurtenissen in de onderzoeksperiode, dat wil zeggen vanaf 1 januari 2018 tot 2 maart 2020. De zaak met nummer 200.287.560/02 heeft betrekking op de nijpende financiële situatie waarin Priogen Holding zich thans bevindt.
2.2De samenstelling van de zetel van de Ondernemingskamer is in beide zaken niet hetzelfde. Dat zal hieronder waar nodig tot uitdrukking worden gebracht.
2.3De hierna te noemen feiten ontleent de Ondernemingskamer aan haar beschikking van 2 maart 2020, het onderzoeksverslag en de processtukken en de mondelinge behandeling in de zaken met nummers 200.287.560/01 en 200.287.560/02.
2.4Priogen Holding is op 13 oktober 2009 opgericht. Lamaro houdt 51% van de gewone aandelen in het geplaatste kapitaal van Priogen Holding en Enerfund 49%. Daarnaast houdt Lamaro tien cumulatief preferente aandelen in Priogen Holding (hierna: de cumprefs). Enerfund was tot de hierna te noemen beschikking van de Ondernemingskamer van 2 maart 2020 enig bestuurder van Priogen Holding.
2.5[A] is enig aandeelhouder en enig bestuurder van Enerfund. [B] (hierna: [B] ) is enig aandeelhouder en enig bestuurder van Lamaro.
2.6Priogen Holding drijft, via een aantal dochtervenno0tschappen, een onderneming die zich bezig houdt met de handel in energie op verschillende energiemarkten. [A] is de geestelijk vader van de onderneming en [B] heeft bij aanvang de onderneming gefinancierd en voorzien van het benodigde kapitaal om posities in te nemen op de energiemarkten.
2.7Bij de oprichting van Priogen Holding verkreeg Enerfund een belang van 25% van de gewone aandelen tegen storting van € 15.000 en Lamaro 75% tegen storting van € 45.000. Daarnaast heeft Lamaro aan Priogen Holding de volgende financiering verstrekt:
a. Lamaro heeft in 2009/2010 een of meer leningen verstrekt tot een totaalbedrag van € 550.000 tegen 12,5% rente, welke lening(en) in 2012 en 2013 zijn terugbetaald;
b. Priogen Holding heeft in 2011 één cumulatief preferent aandeel uitgegeven aan Lamaro tegen storting van € 1 miljoen, welk aandeel recht gaf op een jaarlijks dividend van 9%.
2.8Op 13 oktober 2009 is tussen Lamaro, Enerfund, [A] en Priogen Holding een aandeelhoudersovereenkomst tot stand gekomen, die onder meer inhoudt:
( a) dat Enerfund op drie verschillende momenten het recht heeft haar belang in de gewone aandelen met 8% te vergroten tot in totaal 49% (op 1 januari 2011 voor € 176.000, op 1 januari 2012 voor € 560.000 en op 1 januari 2013 voor € 1.920.000) en
( b) dat Lamaro het recht heeft om op redelijke tijdstippen en op eigen kosten de boekhouding en administratie van Priogen Holding te (doen) inspecteren en om de accountant van de vennootschappen onafhankelijk te consulteren en vragen te stellen, en dat Priogen Holding verplicht is gevolg te geven aan ieder redelijk verzoek van Lamaro om informatie, waaronder het verstrekken van kopieën uit de administratie.
2.9Enerfund heeft in 2011 en 2012 geen gebruik gemaakt van het recht om haar belang in Priogen Holding te vergroten. Op 10 augustus 2011 en 1 maart 2012 zijn addenda op de aandeelhoudersovereenkomst tot stand gekomen, waarbij de optieperiodes verlengd zijn met twee jaar, zodat de laatste termijn zou verstrijken op 1 januari 2015. Bij de verlenging van de koopopties is de uitoefenprijs verhoogd op basis van door Enerfund opgestelde prognoses. Enerfund heeft de koopopties niet uitgeoefend.
2.1Op 1 februari 2013 is de managementvergoeding van Enerfund, die aanvankelijk € 90.000 per jaar bedroeg, verhoogd tot € 175.000 per jaar. Nadien is de managementvergoeding nog verhoogd tot € 220.000 per jaar.
2.11Eind 2015 heeft de 2015-transactie plaatsgevonden, die kort gezegd inhoudt dat Priogen Holding een deel van de door Lamaro gehouden gewone aandelen en het in 2.7 sub b genoemde cumulatief preferente aandeel heeft ingekocht, met als gevolg dat Lamaro nog 51% van de gewone aandelen houdt en Enerfund 49%, terwijl voordien Lamaro 75% hield en Enerfund 25%. De door Priogen Holding aan Lamaro verschuldigde koopprijs bedroeg € 7.352.450, zijnde € 6.002.000, vermeerderd met een rente van 9% vanaf 1 juli 2013. De koopprijs is niet door Priogen Holding aan Lamaro voldaan en de daardoor ontstane vordering is door Lamaro gestort als aandelenkapitaal en agio op tien nieuwe aan Lamaro uitgegeven cumprefs waarop een preferent dividend wordt uitgekeerd van 9% per jaar. De inkoop en uitgifte zijn op 31 december 2015 geëffectueerd.
2.12In dat kader is op 21 december 2015 een gewijzigde aandeelhoudersovereenkomst (hierna: de gewijzigde aandeelhoudersovereenkomst) tot stand is gekomen. Voor zover van belang luidt artikel 3 van deze overeenkomst:
“3.1. De houders van Preferente Aandelen zijn te allen tijde gerechtigd tot het Preferent Dividend. Het Preferent Dividend is voor Preferente Aandelen vastgesteld op 9% per jaar.
3.2.De Vennootschap zal elk jaar op uiterlijk de zevende (7e) Werkdag na afloop van ieder kwartaal het Preferent Dividend over het voorliggende kwartaal uitkeren aan de houders van Preferente Aandelen, met inachtneming van de wettelijke vereisten ter zake.
3.3.De Aandeelhouders zullen ernaar streven en het nodige doen om de Vennootschap in staat te stellen dat de Preferente Aandelen gehouden door Lamaro na drie (3) jaar na de Closing Datum[21 december 2015, OK]
volledig worden terugbetaald, ingekocht en/of ingetrokken (inclusief agio, winstreserves en ten slotte aandelenkapitaal), met dien verstande dat enkel wordt ingekocht, ingetrokken en/of terugbetaald indien en voorzover (i) zulks wettelijk is toegestaan, en (ii) de Equity van de Vennootschap blijkens de Jaarrekening meer bedraagt dan EUR 10.000.000 (…), in welk geval enkel het bedrag boven EUR 10.000.000 voor inkoop, intrekking en/of terugbetaling wordt aangewend. Uiterlijk vijf (5) jaar na de Closing Datum zullen de Preferente Aandelen gehouden door Lamaro worden ingekocht indien en voor zover zulks wettelijk is toegestaan, maar ongeacht de binnen de Vennootschap aanwezige Equity als hiervoor bedoeld en ongeacht enige overige omstandigheden die van toepassing zijn op de Vennootschap. (…)”
In de gewijzigde aandeelhoudersovereenkomst zijn aan Lamaro wederom uitgebreide informatierechten toegekend.
In de gewijzigde aandeelhoudersovereenkomst is voorts opgenomen dat de directie van Priogen Holding vanaf de
Closing Datumzal bestaan uit twee personen en dat een raad van advies wordt ingesteld. Het reglement Raad van Advies houdt onder meer in dat de raad van advies zal bestaan uit een afgevaardigde van Enerfund, een afgevaardigde van Lamaro en een onafhankelijk lid, dat de raad van advies rekening moet houden met de belangen van alle stakeholders, waaronder nadrukkelijk ook Lamaro en dat de directie verplicht is de raad van advies tijdig in de gelegenheid te stellen een advies-besluit te nemen ten aanzien van wezenlijke besluiten, waaronder besluiten tot het vaststellen, wijzigen en goedkeuren van een business plan inclusief budget en besluiten tot investeringen die een bedrag van € 150.000 te boven gaan.
2.13Op 27 oktober 2016 is een Call Optie en Preferent Dividend Overeenkomst (hierna: de CPD overeenkomst) tussen Lamaro, Enerfund en Priogen Holding tot stand gekomen. Aan deze overeenkomst is een discussie tussen (de advocaten van) partijen voorafgegaan over de vraag of het dividend op de cumprefs ook uitgekeerd dient te worden indien geen winst is gemaakt. De CPD overeenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:
“1.13. Het preferent dividend op de door Lamaro gehouden preferente aandelen in het kapitaal van de Vennootschap wordt met ingang van het derde kwartaal van 2016 per kwartaal uitgekeerd doch enkel indien en voor zover er in dat kwartaal door de Vennootschap winst is gemaakt om het preferente dividend over dat kwartaal te voldoen. Indien de winst in het betreffende kwartaal niet toereikend is om het volledige preferente dividend over dat kwartaal voldoen, wordt voor de goede orde enkel het bedrag aan beschikbare winst over het betreffende kwartaal aan preferent dividend over dat kwartaal betaald.
(…)
1.2Uitkeringen onder dit artikel worden enkel niet gedaan indien het bestuur van de Vennootschap daartoe niet mag overgaan op grond van het bepaalde in artikel 2:216 BW. Partijen nemen als uitgangspunt dat de Vennootschap niet aan haar opeisbare verplichtingen kan voldoen als op het moment van uitkering voorzienbaar is dat de Vennootschap in betalingsonmacht komt te verkeren. Als het bestuur van de Vennootschap van oordeel zou zijn dat het niet in het belang van de Vennootschap is om funding aan het handelskapitaal te onttrekken, bijvoorbeeld omdat dat zou leiden tot deleveragen of beperking van de handelsmogelijkheden, dan geldt onmiskenbaar dat dit geen reden vormt om niet tot uitkering over te gaan.
1.21Het bestuur van de Vennootschap heeft kennis genomen van dividendafspraken uit deze Overeenkomst, heeft het aangaan ervan goedgekeurd en verplicht zich hieraan medewerking en uitvoering te geven (zoals het nemen van goedkeuringsbesluiten voor uitkering van preferent dividend), zodat tijdig en juist de verplichtingen die hieruit voor een ieder voortkomen worden nagekomen.”
Daarnaast zijn de informatierechten van Lamaro in deze overeenkomst uitgebreid en is een inspectierecht opgenomen, op basis waarvan Lamaro het recht heeft verkregen om, indien zij twijfelt over de juistheid van de kwartaalcijfers, de financiële administratie van Priogen Holding te (laten) controleren.
2.14Bij brief van 9 juni 2017 heeft de advocaat van Lamaro aan Enerfund geschreven dat de overeengekomen informatie niet tijdig wordt verstrekt en is Enerfund als bestuurder van Priogen Holding in gebreke gesteld en verzocht aan haar informatieverplichtingen te voldoen. Op 30 juni 2017 heeft een algemene vergadering van Priogen Holding plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering is over de informatievoorziening door Enerfund aan Lamaro gesproken. Bij e-mail van 7 juli 2017 heeft Enerfund aan Lamaro een zogenaamde
Reporting structuretoegezonden, waarin is opgenomen welke informatie op welk tijdstip zou worden verstrekt.
2.15Tijdens een vergadering van de raad van advies van Priogen Holding van 19 december 2017 heeft Enerfund om een verhoging van haar managementvergoeding verzocht. De raad van advies heeft negatief geadviseerd over deze verhoging.
2.16Tijdens een vergadering van de raad van advies in mei 2018 heeft Enerfund de raad van advies verzocht in te stemmen met het oprichten van een tweetal vennootschappen in de Verenigde Staten. In een presentatie van Enerfund aan de raad van advies staat onder meer opgenomen:
“ • Cost to incorporate LLC approx. USD3k, US tax advisory fees USD18k, legal costs excluded
• Low risk, only downside are the fees above”
De raad van advies heeft ingestemd met de oprichting van de vennootschappen in de Verenigde Staten.
2.17Op verzoek van Priogen Holding heeft Duff&Phelps op 27 juni 2018 een rapport getiteld ‘
Priogen: Valuation and Cash Requirements’uitgebracht. In het rapport wordt op basis van door het bestuur van Priogen Holding aangedragen groeiratio’s geconcludeerd dat in 2018 een cashflow tekort zal ontstaan. In het rapport wordt uitgegaan van een groei van de omzet van 16% in 2019 en 12% in 2020.
2.18Op 11 september 2018 heeft de raad van advies geadviseerd een tweede bestuurder van Priogen Holding te benoemen.
2.19Tijdens een buitengewone vergadering van aandeelhouders op 26 oktober 2018 is gesproken over het rapport van Duff&Phelps. In de notulen van de vergadering is onder meer opgenomen:
“Belangrijke conclusie van het rapport is dat het vastgestelde cash behoefte van de vennootschap verstandig is om cash niet steeds voor uitkering aan te wenden, en dus om de dividenduitkering aan [B] stop te zetten. Hierdoor kan dit geld worden geïnvesteerd in Priogen Holding B.V.
[B] geeft aan de uitkomsten van het rapport twijfelachtig te vinden. Cijfers in dit rapport worden naar zijn oordeel bepaald door de input vanuit de directie. (…)
[A] geeft aan dat het [B] uiteraard vrij staat om een ander rapport te laten maken.”
2.2Vanaf het derde kwartaal van 2018 heeft Priogen Holding geen dividend op de cumprefs meer aan Lamaro uitgekeerd.
2.21Op 14 december 2018 heeft een vergadering van de raad van advies van Priogen Holding plaatsgevonden. De afgevaardigde van Lamaro was bij deze vergadering niet aanwezig. In de notulen van deze vergadering is onder meer opgenomen:
“
De voorzitter[ [C] , onafhankelijk lid, OK]
en [D][door Enerfund afgevaardigd lid, OK]
adviseren en ondersteunen de volgende beloningsstructuur voor [A] :
2018: bonus € 200.000
2019: salaris € 270.000 + bonus 10% van EBITDA
2020: salaris € 320.000 + bonus 10% van EBITDA”
Ook is tijdens deze vergadering het door Enerfund opgestelde budget voor 2019 besproken. In het budget wordt uitgegaan van een sterke omzetstijging, van het aannemen van 40 nieuwe medewerkers en van aanzienlijke investeringen van ongeveer € 1,4 miljoen in de Verenigde Staten. De raad van advies heeft aan Enerfund kenbaar gemaakt een en ander niet realistisch te vinden en heeft geadviseerd de investeringen te temporiseren en een nieuw budget aan de raad van advies toe te sturen.
2.22Op 11 januari 2019 heeft Enerfund een aangepast budget met de raad van advies gedeeld. Het budget voor investeringen in de Verenigde Staten is daarin ongewijzigd gebleven.
2.23Op 22 januari 2019 is tussen Priogen Holding en Zurich Verzekeringen een overeenkomst gesloten, genaamd
Guarantee Facility Letter. Op grond van de overeenkomst zal Zurich garanties verstrekken ten behoeve van handelspartners van Priogen Holding, zodat Priogen Holding aan die handelspartners zekerheid kan verschaffen voor (mogelijke) toekomstige verplichtingen.
2.24Bij e-mail van 23 januari 2019 heeft adviesbureau IMAP Netherlands (hierna: IMAP) op verzoek van Lamaro informatie opgevraagd bij [A] ten behoeve van het opstellen van een beoordeling van het rapport van Duff&Phelps op het punt van onder meer de aan te houden cash reserves en de herfinancierbaarheid van de cumprefs. Bij e-mail van 29 januari 2019 heeft mr. Potter gesteld dat niet duidelijk is op welke grond de opdracht aan IMAP is gestoeld en waarom Priogen Holding aan het verzoek van IMAP medewerking zou moeten verlenen. Bij e-mail van 8 februari 2019 heeft mr. Driessen aan mr. Potter kenbaar gemaakt dat de informatievoorziening nog steeds niet in orde is, en daarbij Enerfund gesommeerd haar verplichting jegens Lamaro alsnog na te komen.
2.25Mr. Potter heeft bij e-mail van 12 februari 2019 aan mr. Driessen, onder verwijzing naar het rapport van Duff&Phelps, geschreven dat Priogen Holding geen mogelijkheid heeft om tussentijdse dividenduitkeringen te doen.
2.26In februari 2019 heeft de algemene vergadering van Priogen Holding het voorstel tot aanpassing van de beloningsstructuur van Enerfund (zie 2.21) verworpen. In die vergadering heeft Lamaro haar zorg uitgesproken over het uitblijven van een uitkering op de cumprefs.
2.27Op vordering van Lamaro heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 17 juni 2019 Priogen Holding – kort samengevat – veroordeeld om aan haar contractuele informatieverplichtingen jegens Lamaro te voldoen.
2.28Begin 2019 is [C] teruggetreden als (onafhankelijk) lid, tevens voorzitter, van de raad van advies van Priogen Holding. De daardoor ontstane vacature is nadien niet ingevuld. Enerfund heeft voorgesteld een raad van commissarissen bij Priogen Holding in te richten. Lamaro is hiermee niet akkoord gegaan.
2.29Bij e-mail van 26 maart 2019 heeft [E] (afgevaardigde van Lamaro in de raad van advies, hierna: [E] ) aan [A] bericht dat hij tot aan de aanstelling van een nieuwe voorzitter als voorzitter zal optreden en dat de raad van advies een vergadering wil beleggen met als agendapunt onder meer de vaststelling van het budget 2019 en de cash-flow forecast voor 2019.
2.3Op 14 juni 2019 heeft Duff&Phelps op verzoek van Priogen Holding een tweede concept rapport opgeleverd. In dit rapport worden een omzetgroei van 37,8% in 2019 en van 45,4% in 2020 tot uitgangspunt genomen. In het rapport staat onder meer:
“In the D&P Base Case, we observe that Priogen will have an additional capital requirement of EUR 3.5 million in 2019 and more than EUR 10 million over the period 2019-2021.
(…)
The cash needs are primarily from a risk management perspective and don’t include any distributions to shareholders. Any distributions to shareholders have to be funded on top off the presented cash needs. As long as the cash needs for the operations of the business (from a risk perspective) are not fulfilled, any distributions of cash to shareholders (which has to be funded in addition) is not desirable. Based on the collateral requirements and the projected free cash flows, a first distribution can be made in 2021”
2.31Op 29 augustus 2019 is namens Ernst & Young Accountants LLP een goedkeurende verklaring omtrent de getrouwheid van de geconsolideerde jaarrekening 2018 van Priogen Holding afgegeven.
2.32[A] heeft bij e-mails van 7 en 22 oktober 2019 Lamaro geïnformeerd, onder verwijzing naar de rapporten van Duff&Phelps, dat de financiële situatie van Priogen Holding nijpend is en dat dringend financiering verkregen moet worden bij gebreke waarvan de continuïteit van Priogen Holding in gevaar is.
2.33Bij e-mail van 7 oktober 2019 heeft [A] aan [B] onder meer geschreven (a) dat hij bereid mee te werken aan informatieverzoeken, ook van IMAP, (b) dat het vanwege de dringende kapitaalbehoefte die blijkt uit de rapporten van Duff&Phelps Priogen Holding geen uitkering kan doen op de cumprefs en (c) dat de opstelling van Lamaro de continuïteit van Priogen Holding bedreigt. [A] heeft [B] gevraagd te bevestigen dat hij zal meewerken aan een herfinanciering van Priogen Holding door (tijdelijk) afstand doet van bepaalde rechten of het kapitaaltekort aan te vullen.
2.34In reactie op de e-mail van 7 oktober 2019 heeft [B] op 21 oktober 2019 aan [A] bericht dat hij terughoudend is om kapitaal bij te storten omdat hij over onvoldoende informatie beschikt over de financiële gang van zaken binnen de onderneming. [B] heeft tevens aangedrongen op een objectief onderbouwde liquiditeitstoets- en prognose of uitkering van het achterstallige dividend op de cumprefs.
2.35Op 4 november 2019 heeft een buitengewone vergadering van aandeelhouders plaatsgevonden, op grond van artikel 18 lid 2 van de statuten van Priogen Holding bijeengeroepen door Lamaro. Als agendapunten voor deze vergadering zijn onder meer opgenomen de informatieverschaffing aan Lamaro, risicovolle activiteiten en gestelde continuïteitsdreiging, aanwijzing van een tweede bestuurder, inkoop van de cumprefs en uitkering van dividend. Enerfund heeft deze vergadering niet bijgewoond.
2.36Op 6 november 2019 heeft Ernst & Young Accountants LLP in reactie op een vraag van Lamaro geantwoord dat de jaarrekening 2018 van Priogen Holding door het bestuur op 29 augustus 2019 is opgesteld op basis van going-concern/continuïteit en dat het bestuur een liquiditeitsprognose heeft opgesteld voor 12 maanden na balansdatum, op basis waarvan er geen liquiditeitstekorten blijken.
2.37Op een buitengewone vergadering van aandeelhouders gehouden op 13 november 2019 heeft Lamaro een resultatenoverzicht van Priogen Holding en haar dochtervennootschappen tot en met het derde kwartaal van 2019 ontvangen, waaruit volgt dat in de eerste drie van kwartalen van 2019 € 1,18 miljoen aan kosten zijn gemaakt ten behoeve van ‘
Participations US’.
2.38Op 21 november 2019 heeft drs. P.J. Schimmel RA van Grant Thornton op verzoek van Lamaro een financiële analyse opgesteld, waarin hij concludeert dat op basis van de door Priogen Holding opgestelde prognoses in 2019 geen additionele kapitaalbehoefte bestaat en dat er geen reden is te vrezen voor discontinuïteit of een kastekort, zelfs als de ambitieuze doelstellingen van Priogen Holding worden voortgezet.
2.39Op 30 juli 2020 is tussen Priogen Holding en Lamaro overeengekomen dat de verplichting tot inkoop van de cumprefs wordt uitgesteld tot 21 december 2021. Op 4 augustus 2020 is tussen Priogen Holding en Lamaro een betalingsschema overeengekomen dat er toe strekt dat er begin 2021 geen achterstanden meer zullen zijn. Naar aanleiding van het concept onderzoeksverslag heeft Priogen Holding op 16 november 2020 aan Lamaro medegedeeld verdere uitkeringen op de cumprefs op te schorten, in elk geval totdat duidelijkheid bestaat over de juridische situatie. In reactie daarop heeft Lamaro bij e-mail van 19 november 2020 onverkorte hervatting van de periodieke dividendbetalingen geëist.
2.4In december 2020 heeft Lenders, met gebruikmaking van zijn doorslaggevende stem binnen het bestuur en met instemming van de raad van advies besloten tot beëindiging van de activiteiten in de Verenigde Staten. Op 31 december 2020 heeft de raad van advies zijn zorgen uitgesproken over de opstelling van Enerfund binnen het bestuur en het hierna te noemen handelsverlies op 30 november 2020.
2.41Op 30 november 2020, 24 en 25 januari 2021 en 1 februari 2021 heeft de onderneming van Priogen Holding op handelstransacties verliezen geleden van in totaal € 4,7 miljoen.
2.42In de vergadering van de raad van advies van 15 januari 2021 is het budget 2021 vastgesteld.
2.43Op 12 februari 2021 heeft de vergadering van de raad van advies in aanwezigheid van [A] en [B] plaatsgevonden. Gesproken is over het “Priogen 2.0 plan” dat voorziet in voortzetting van de onderneming in afgeslankte vorm. Daarbij is besproken dat ook in dat scenario de onderneming in de loop van 2021 kapitaal nodig heeft en dat Lamaro niet bereid is kapitaal te verschaffen omdat zij het vertrouwen in [A] heeft verloren.
2.44Bij brief van 10 maart 2021 heeft een branchegenoot van Priogen Holding, na daartoe door [A] te zijn benaderd, interesse getoond in het doen van een investering in Priogen Holding. De belangrijkste elementen van dit vrijblijvende voorstel zijn:
- storting van € 3 miljoen tegen uitgifte van gewone aandelen;
- verstrekking van
- overeenstemming over uittreding van de bestaande aandeelhouders zonder resterende vorderingen;
- overeenstemming met [A] over zijn toekomstige positie als bestuurder en aandeelhouder.
Ook een andere partij heeft op initiatief van [A] bij brief van dezelfde datum en met vermelding van nagenoeg dezelfde voorwaarden belangstelling getoond.
2.45In maart 2021 heeft de onderneming van Priogen Holding opnieuw een aanmerkelijk handelsverlies geleden.
2.46Bij e-mail van 16 maart 2021 heeft Lamaro aan Lenders laten weten dat zij bereid is (a) garant te staan teneinde de met het Priogen 2.0 plan beoogde herstructurering te faciliteren en (b) een initiële kapitaalstorting te doen van € 2 miljoen en dat Lamaro welwillend staat tegenover aanvullende financiering op een later moment indien de toestand van Priogen Holding dat vereist. In verband met dat laatste heeft Lamaro zich bereid verklaard na te denken over een structurele lastenverlaging door middel van een gedeeltelijke kwijtschelding van opgebouwde agio over de cumprefs en/of neerwaartse bijstelling van de opgebouwde dividendverplichting. Lamaro heeft daarbij als voorwaarde gesteld onder meer dat Enerfund niet langer bestuurder zal zijn van Priogen Holding, met dien verstande dat [A] wel betrokken kan blijven in een rol als bezoldigd adviseur en, via Enerfund, als aandeelhouder. Lamaro’s voorstel strekt niet tot uitsluiting van het voorkeursrecht van Enerfund en Lamaro is bereid te praten over beperking van de verwatering van het belang van Enerfund in het geval Enerfund niet participeert in een emissie. Lamaro steunt het idee van Lenders om het management van de onderneming de mogelijkheid te bieden te participeren door middel van certificaten van aandelen.
3 De bevindingen van de onderzoeker
In haar verslag heeft de onderzoeker als samenvatting en conclusies het volgende opgenomen:
“
Samenvatting en conclusies onderzoeker
1.
Voor wat betreft de informatievoorziening in de onderzoeksperiode is uit onderzoek gebleken dat Lamaro informatie heeft ontvangen per dag, per maand en per kwartaal. Twee kwartaalrapportages zijn niet binnen de contractuele termijn van 6 weken verstuurd. Inhoudelijk voldeden de kwartaalrapportages aan de belangrijkste financiële eisen (balans, gedetailleerde winst- en verliesrekening, kasstroomoverzicht). Kwalitatieve toelichtingen werden in de Raad van Advies gegeven; Lamaro heeft die niet rechtstreeks ontvangen. De onderzoeker heeft een genuanceerde opvatting over de beweerde schending van het inzagerecht.
2.
De Raad van Advies neemt adviesbesluiten over onderwerpen die gewoonlijk tot de bevoegdheid van een Raad van Commissarissen worden gerekend. De Raad van Advies fungeert in feite als een intern toezichtorgaan van Lamaro.
Specifiek over een financieringscontract van Zurich dat Lamaro aan de onderzoeker heeft voorgelegd, is de onderzoeker van mening dat dit contract niet aan de Raad van Advies hoefde te worden voorgelegd.
3.
Besluitvorming over Amerikaanse activiteiten is op verschillende momenten voorgelegd aan de Raad van Advies en goedgekeurd.
4.
De norm voor stopzetting van dividendbetaling heeft betrekking op het beweerde onvermogen van de onderneming om opeisbare schulden te voldoen. Het doel van het rapport van Duff&Phelps was doorrekening van groeiambities en hanteerde een andere norm. De continuïteit van Priogen is niet in het geding geweest.
5.
De transactie tussen de aandeelhouders in 2015 is naar de mening van de onderzoeker voor Priogen een transactie zonder economische substantie geweest. De aandeelhouders hebben zichzelf gezamenlijk bevoordeeld ten koste van de vennootschap. De onderzoeker vraagt zich daarnaast af in hoeverre de transactie juridisch standhoudt.
6.
Als gevolg van bovengenoemde transactie heeft Priogen een inkoopverplichting die niet als verplichting of als toelichting in de jaarrekeningen 2017 en 2018 is opgenomen ondanks de wettelijke verplichting op grond van art. 2: 381 lid 1 BW.”