ECLI:NL:GHAMS:2021:758
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vergoeding studievertraging door onderwijsinstelling na onterecht negatief studieadvies
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vergoeding van studievertraging. De appellant, een student aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter dat hem een schadevergoeding toekende van € 6.900,- wegens studievertraging als gevolg van een onterecht negatief studieadvies. De appellant vorderde in hoger beroep een bedrag van € 16.800,-, het normbedrag voor een jaar studievertraging, onder aftrek van € 3.000,- aan verkregen inkomsten. De HvA voerde aan dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de studievertraging voor de helft voor rekening van de appellant kwam, omdat hij niet gebruik had gemaakt van een aangeboden inhaalprogramma. Het hof oordeelde dat de kantonrechter op juiste gronden had geoordeeld en bekrachtigde het vonnis. Het hof stelde vast dat de appellant door het onterechte negatieve studieadvies een jaar studievertraging had opgelopen, maar dat hij de mogelijkheid had om deze vertraging te beperken door het volgen van een inhaalprogramma, wat hij niet had gedaan. De HvA had voldoende aannemelijk gemaakt dat het inhaalprogramma reëel was en dat de appellant om persoonlijke redenen had besloten dit niet te volgen. Het hof oordeelde dat de studievertraging voor een half jaar voor rekening van de HvA kwam, en dat de appellant recht had op een schadevergoeding van € 6.900,-, zoals eerder door de kantonrechter was vastgesteld. De proceskosten werden toegewezen aan de HvA in het incidenteel appel en aan de appellant in het principaal appel.