Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Herinnering/14 dagenbrief(…) [geïntimeerde] meegedeeld dat bij niet-tijdige betaling incassokosten zijn verschuldigd.
3.Beoordeling
Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
Betaalt u de hoofdsom niet op tijd? Dan verhogen wij het bedrag met € 438,32 aan wettelijke incassokosten.Daarna worden als bestanddelen van
het bedraghoofdsom van € 3.739,22 en rente berekend tot 23 oktober 2018 van € 1,97 genoemd. Aldus kan de brief zo begrepen worden dat de incassokosten ook in rekening worden gebracht over de vervallen rente. Dat betekent dat de veertiendagenbrief niet voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Daarom heeft die brief niet het rechtsgevolg dat de consument-schuldenaar bij uitblijven van tijdige betaling incassokosten verschuldigd wordt (vgl. HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704, rov. 3.6.1 en 3.6.2). Hieraan doet niet af dat de berekende rente slechts een bedrag van € 1,97 betreft. Ook de brief van 6 juli 2018 voldoet niet aan artikel 6:96 lid 6 BW, omdat daarin geen buitengerechtelijke incassokosten worden aangezegd, anders dan Directlease kennelijk meent.