In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante sub 1] en [appellant sub 2] tegen de Gemeente Schagen. De kern van het geschil betreft de vraag of de gemeente tekort is geschoten in haar verplichtingen uit een overeenkomst tot de aanleg van extra parkeerplaatsen. De overeenkomst verplichtte de gemeente om tussen 23 mei 2005 en 23 mei 2015 een toename van 10,187 parkeerplaatsen te realiseren. De appellanten stellen dat de gemeente deze verplichting niet is nagekomen, terwijl de gemeente dit betwist. Het hof oordeelt dat de gemeente onvoldoende heeft aangetoond dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan. De gemeente had de gelegenheid om aanvullende informatie te verstrekken, maar het hof concludeert dat de overgelegde gegevens niet voldoende zijn om te bewijzen dat de aanleg van parkeerplaatsen specifiek ter voldoening van de overeenkomst heeft plaatsgevonden. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van de gemeente af, terwijl het de vordering van de appellanten toewijst. De gemeente wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 35.799,21, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten.