Uitspraak
1.[A] ,
mr. B-A de Ruijteren
mr. B. Jakic, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. P.D. Oldenen
mr. M.J. Faber, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[D],
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
hands-offbenadering” en zich niet zal bemoeien met de dagelijkse gang van zaken, met dien verstande dat bepaalde besluiten aan de voorafgaande goedkeuring van [C] zijn onderworpen (artikel 2);
Jullie reactie verbaast mij toch enigszins, volgens mij is er toch duidelijk afgesproken dat ik met een investeringsplan/herinrichtingsplan voor de werf zal komen voor de aankomende jaren.
- de certificaathoudersovereenkomst opgezegd;
- medegedeeld dat [C] leiding zal blijven geven aan de dagelijkse gang van zaken van Werf;
- bezwaar gemaakt tegen de in 2.18 genoemde geldlening van Werf aan Shipping;
- [A] verweten dat hij het plaatsen van orders bij Werf heeft gesaboteerd;
- gesteld dat de voorraad en inventaris, in strijd met de certificaathoudersovereenkomst, niet in stand zijn gehouden op het overeengekomen niveau van € 1,3 miljoen en dat het voorraadbeheer niet deugt;
- gesteld dat de slechte staat van de opstallen te wijten is aan [A] ;
- medegedeeld dat [C] niet bereid is haar belang in Shipping te verkopen aan MvM en dat [C] bereid is het belang van MvM in Werf te kopen tegen een prijs die overeenkomt met de waarde vast te stellen door een onafhankelijke deskundige met inachtneming van de in het verleden ten onrechte uitgekeerde dividenden en de werkelijke waarde van de voorraad en inventaris.
- [K] en [D] aansprakelijk gesteld voor de slechte staat van onderhoud van het terrein en de opstallen en gesteld dat de betaalde huurprijs veel hoger is dan marktconform;
- opheldering gevraagd over de afwikkeling van de schade die [J] heeft geleden door het vergaan van het in 2.12 genoemde transport en de ten behoeve van dat project door Werf aan Rabobank verstrekte zekerheden; voor het geval Werf uit dien hoofde schade zou lijden hebben MvM en [A] , de nalatenschap van [F] en [D] persoonlijk aansprakelijk gesteld;
- er bezwaar tegen gemaakt dat BVOC, Cape Global Ltd. en SWB Dock B.V. de eigendom hebben verworven van het Plaatje (zie 2.14), de overdracht van de aandelen in BVOC vernietigd en [D] aansprakelijk gesteld voor de door MvM geleden schade;
- [D] gesommeerd om op de voet van artikel 10 lid 12 sub g van de statuten van Shipping de door haar gehouden aandelen (de Ondernemingskamer leest: certificaten) in Shipping aan te bieden aan MvM.
quick scanonderzoek gedaan naar de staat van de ICT op de werf. In haar rapport van december 2020/januari 2021 concludeert BAAS365 B.V. dat het ICT-systeem van Werf verouderd en slecht beveiligd is.
3.De gronden van de beslissing
governanceaan de orde te stellen. Bovendien had het op haar weg gelegen om de door haar beoogde besluiten met betrekking tot het beleid en de gang van zaken van Werf binnen het bestuur te bespreken. Dat heeft zij nagelaten. In plaats daarvan is [D] haar gang gegaan met voorbijgaan aan [A] . Zo is niet bestreden dat [A] uit de krant heeft moeten vernemen dat [G] in een leidinggevende positie bij Werf was aangesteld en dat in opdracht van [D] de kantine is verbouwd zonder enig overleg met [A] . Aannemelijk is dat deze opstelling van [D] een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de verstoring van de verstandhouding. [C] heeft gesteld dat [A] na een eerste bespreking op 1 juli 2020 iedere samenwerking met [D] heeft geweigerd, maar dat strookt niet met de e-mail van [A] van 7 oktober 2020 waarin hij klaagt over gebrek aan overleg (zie 2.21) en is door [C] ook niet aannemelijk gemaakt.
corporate opportunityvan Werf (of Shipping) was. Ook als het de bedoeling was dat Werf zou verhuizen naar het Plaatje, zijn er geen aanwijzingen dat Werf met het oog daarop (een deel van) het Plaatje in eigendom zou verwerven. [K] heeft al op 18 juli 2013 de economische eigendom van het Plaatje verworven (zie 2.14) en de desbetreffende akte van levering houdt in dat de juridische eigendom te zijner tijd zal worden geleverd aan BVOC en Cape Global.