Om 00:02 uur zagen wij, verbalisant, een donkergekleurde Peugeot 308 voorzien van kenteken [kenteken] rijden. Wij zagen dat de Peugeot linksaf de Jaagweg op reed en direct veel snelheid maakte. Wij, verbalisanten, hebben direct de achtervolging ingezet. Wij zagen dat er zowel links als rechts uit het voertuig spullen gegooid werden. Wij zagen dat de Peugeot veel snelheid maakte. De afstand tussen de Peugeot en ons dienstvoertuig werd namelijk groter. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat onze snelheid rond de 180 kilometer per uur was. Ter hoogte van Ilpendam zagen wij dat de Peugeot linksaf de Aalduikerweg in reed. Wij raakten het zicht op het voertuig kwijt. Op de kruising Aalduikerweg/Kerkstraat/Dorpsstraat zagen wij voor een café vier mensen staan. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , hoorde de mensen schreeuwen: "Die kant op! Daar reed hij heen!". Wij zagen dat de mensen wezen in de richting van de Aalduikerweg. Wij zijn in deze richting gereden. Op de kruising van de Aalduikerweg met de Kievitstraat zagen wij een man met een hond staan. Wij hoorden de man zeggen: "Ze zijn hier uitgestapt en de wijk in gerend. De auto is weer naar de Jaagweg gereden en ging met zeer hoge snelheid richting Amsterdam."
Wij zijn de Jaagweg in gereden. Wij hoorden collega [verbalisant 3] via de portofoon doorgeven dat hij inmiddels op het einde van de Jaagweg stond. Direct hierna hoorden wij, verbalisanten, collega [verbalisant 3] zeggen dat de Peugeot hen nu passeerde. Wij hoorden collega [verbalisant 3] om 00:55 uur zeggen dat zij de inzittende hadden aangehouden. Deze verdachte bleek later te zijn: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 2] 1995.
Wij, verbalisant, zijn teruggereden richting Ilpendam. Wij reden vanaf de Aalduikerweg de Kievitslaan in. Wij zagen op de Kievitslaan twee jongens lopen. Wij zagen dat deze jongens begonnen te rennen toen wij op ongeveer 50 meter afstand van hen waren, de Gruttostraat in. Wij zagen op deze hoek een man met een hond lopen. Deze getuige vertelde ons later te zijn genaamd [getuige]. Wij zijn de Gruttostraat in gereden. Wij zagen dat de jongens wandelden. Wij, verbalisanten, zijn uit ons voertuig gestapt. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb direct naar de jongens geschreeuwd dat zij moesten blijven staan. Wij, verbalisanten, zagen dat een van de jongens bleef staan. Wij zagen dat de andere jongen weg rende in de richting van de Merelstraat. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb de jongen die bleef staan meegedeeld dat hij was aangehouden. Deze verdachte bleek later te zijn genaamd: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag 3] 1994. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , rende achter de tweede jongen aan. Ik zag dat hij het schoolplein van [school] over liep. Ik zag dat hij aan het einde van het schoolplein voor een hoog hek kwam te staan. Ik heb de jongen meegedeeld dat hij was aangehouden. Deze verdachte bleek later te zijn genaamd: [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedag 4] 1990. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb verdachte [medeverdachte 2] in ons dienstvoertuig laten plaatsnemen. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb [medeverdachte 3] achter ons dienstvoertuig op de stoep laten plaatsnemen. Wij, verbalisanten, hoorden [medeverdachte 3] schreeuwen: "Ey niffo alles zwijgrecht. Gewoon verstoppertje toch. Gewoon verstoppertje. Zwijgrecht je weet zelf."
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag ter hoogte van de basisschool een hand uit de bosjes achter mij komen met daarin een pet en een telefoon. Ik heb de persoon meegedeeld dat hij was aangehouden. Op het politiebureau te Zaandijk heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , verdachte [medeverdachte 2] gefouilleerd. Ik trof hierbij in zijn rechter jaszak een OB- stekker. Het is ons bekend dat hiermee auto's gestart kunnen worden zonder sleutel. Door onderzoek van collega [verbalisant 4] bleek dat de goederen die uit de auto zijn gegooid afkomstig waren uit een bedrijfsbus die geparkeerd stond op de Mercuriusweg.