ECLI:NL:GHAMS:2021:4454
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.J. van der Wilt
- A.M. van Woensel
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens ontbreken van vereiste volmacht en niet verschijnen op de zitting
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1994, was niet verschenen op de zitting van 31 augustus 2021, waar het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering was gericht op het opleggen van dezelfde straf als in eerste aanleg. De oproeping voor de zitting was op 20 augustus 2021 verzonden naar het adres in Roemenië waar de verdachte stond ingeschreven. Het hof constateerde echter dat er geen afschrift van de oproeping was verzonden naar een ander adres dat als woonadres van de verdachte was opgegeven tijdens een verhoor bij de politie. Dit adres was inmiddels achterhaald door de inschrijving in de Basisregistratie Personen in Roemenië.
De raadsvrouw van de verdachte had op 16 juni 2020 een schriftelijke volmacht voor het instellen van hoger beroep ingediend. Echter, deze volmacht voldeed niet aan de wettelijke eisen, omdat de verklaring ontbrak dat de verdachte instemde met het in ontvangst nemen van de oproeping. Hierdoor kon de raadsvrouw niet op de juiste wijze optreden namens de verdachte. Gezien het feit dat de verdachte niet op de zitting was verschenen en de volmacht niet voldeed aan de eisen, concludeerde het hof dat de verdachte niet-ontvankelijk was in het hoger beroep.
Het hof heeft derhalve de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Deze beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters aanwezig waren en de uitspraak op de openbare zitting is gedaan.