ECLI:NL:GHAMS:2021:4407

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
23-000778-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling beslag na terugwijzing door de Hoge Raad

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een verdachte die eerder door de rechtbank Haarlem was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, en waarbij diverse goederen, waaronder horloges en geldbedragen, verbeurd waren verklaard. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 3 maart 2020 het eerdere arrest van het hof vernietigd, specifiek met betrekking tot de verbeurdverklaring van bepaalde geldbedragen en de duur van de gevangenisstraf, en de zaak terugverwezen naar het hof voor herbeoordeling.

Tijdens de zitting op 28 oktober 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw gehoord. De raadsvrouw voerde aan dat er sprake was van een schending van de redelijke termijn en verzocht om een voorwaardelijke straf. Het hof oordeelde echter dat deze argumenten buiten de reikwijdte van het huidige appel vielen, dat zich richtte op de beslissing over de in beslag genomen goederen.

Het hof heeft uiteindelijk besloten dat de in beslag genomen geldbedragen, die eerder waren verbeurd verklaard, aan de verdachte moeten worden geretourneerd. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 11 november 2021.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000778-20
datum uitspraak: 11 november 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 3 maart 2020 met nummer 17/04881 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 28 november 2008 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers
15-500606-05 en 15-840035-07 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1966,
zonder vaste- woon of verblijfplaats hier ten lande,
buitenlands adres: [adres]

Procesgang

De rechtbank Haarlem heeft de verdachte voor het in de zaken 15-500606-05 en 15-840035-07 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de rechtbank twee horloges en diverse (buitenlandse) geldbedragen – waaronder ‘Geld Nederlands 31 x 500; 7 x 50; 3 x 20; 3 x 10; 1 x 5’ en ‘Geld Nederlands muntgeld totaal 11,96 euro’ – verbeurd verklaard en een horloge onttrokken aan het verkeer. Ten aanzien van een notitie en memo, alsmede diverse bescheiden heeft de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelast. Ten slotte is de teruggave aan de rechthebbende gelast van een micrometer.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 3 oktober 2017 het bestreden vonnis – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – vernietigd en in zoverre opnieuw recht gedaan en de verdachte voor het in de zaken 15-500606-05 en 15-840035-07 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest. Voorts heeft het hof twee horloges en diverse (buitenlandse) geldbedragen – waaronder ‘Geld Nederlands 31 x 500; 7 x 50; 3 x 20; 3 x 10; 1 x 5’ en ‘Geld Nederlands muntgeld totaal 11,96 euro’ – verbeurd verklaard. Ten aanzien van een horloge, een notitie en memo, alsmede diverse bescheiden heeft het hof de teruggave aan de verdachte gelast. Ten slotte is de teruggave aan de rechthebbende gelast van een micrometer.
Namens de verdachte is tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 3 maart 2020 met nummer 17/04881 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, doch uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van ‘Geld Nederlands 31 x 500; 7 x 50; 3 x 20; 3 x 10; 1 x 5’ en ‘Geld Nederlands muntgeld totaal 11,96 euro’, alsmede wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft de opgelegde gevangenisstraf verminderd in die zin dat deze vijf maanden en een week beloopt, en heeft de zaak teruggewezen naar het gerechtshof Amsterdam opdat de zaak wat betreft de beslissing ten aanzien van de laatstgenoemde geldbedragen opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 oktober 2021.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Beoordeling beslag na terugwijzing door de Hoge Raad

Overeenkomstig de – na terugwijzing – ter terechtzitting in hoger beroep door de advocaat-generaal en de raadsvrouw ingenomen standpunten overweegt het hof dat de in beslag genomen goederen ‘Geld Nederlands 31 x 500; 7 x 50; 3 x 20; 3 x 10; 1 x 5’ en ‘Geld Nederlands muntgeld totaal 11,96 euro’ dienen te worden geretourneerd aan de verdachte.

Bespreking van een in hoger beroep gevoerd strafmaatverweer

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep, kort gezegd, betoogd dat sprake is van een schending van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM. In het verlengde daarvan heeft zij het hof primair verzocht om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, en subsidiair om te volstaan met de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Hetgeen de raadsvrouw in het kader van de strafmaat naar voren heeft gebracht ligt buiten de omvang van het thans – na terugwijzing door de Hoge Raad – bij het hof voorliggende appel. Het hof ziet derhalve geen ruimte om zich hierover uit te laten. Het verweer zal dan ook worden gepasseerd.

BESLISSING

Het hof:
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • Geld Nederlands 31 x 500; 7 x 50; 3 x 20; 3 x 10; 1 x 5;
  • Geld Nederlands muntgeld totaal 11,96 euro.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. M.L.M. van der Voet en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van mr. A.S.E. Evelo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 november 2021.
De voorzitter, de jongste raadsheer en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]