ECLI:NL:GHAMS:2021:4355

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 november 2021
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
23-002576-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak na terugwijzing Hoge Raad in strafzaak betreffende ongeldig rijbewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 november 2021 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De Hoge Raad vernietigde het eerdere arrest van het gerechtshof en verwees de zaak terug voor herbehandeling.

Tijdens de zitting op 19 november 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevraagd. Het hof heeft ook de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw in overweging genomen. De tenlastelegging betrof het rijden met een motorrijtuig terwijl de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs.

Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. Het vonnis van de politierechter is vernietigd en de verdachte is vrijgesproken van de tenlastelegging. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002576-18
datum uitspraak: 19 november 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 26 juni 2018 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 8 februari 2016 in de strafzaak onder het parketnummer 13-199202-14 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1986,
adres: [adres],
thans uit andere hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring te Nieuwegein.

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 23 februari 2016 het vonnis vernietigd, opnieuw recht gedaan en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Namens de verdachte is tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 26 juni 2018 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen, teneinde de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is, na terugwijzing, gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 november 2021.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.
Het hof heeft eveneens kennisgenomen van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 11 december 2013 te Amsterdam terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten BE, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Hobbemakaade, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, nu uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet zonder meer kan worden afgeleid dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 november 2021.