ECLI:NL:GHAMS:2021:4353
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor woninginbraak door gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van woninginbraak in de periode van 9 tot en met 11 november 2018 te Hoogkarspel. De tenlastelegging omvatte het stelen van een gouden ketting en een geldbedrag van circa 30 euro uit een woning. De verdachte werd op heterdaad betrapt op 15 november 2018 bij een andere woninginbraak, waarbij gereedschap en schoenen in beslag werden genomen. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het bewijs dat werd gepresenteerd, waaronder sporenonderzoek en historische verkeersgegevens van de gsm van de verdachte.
Het hof concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte in de buurt van de woning was, de omstandigheden onvoldoende waren om hem buiten redelijke twijfel te veroordelen. De aangetroffen schoensporen waren te algemeen en de zendmastgegevens gaven geen definitief bewijs dat de verdachte op het moment van de inbraak in de buurt was. Het hof oordeelde dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht door de verdachte vrij te spreken van de beschuldigingen.