ECLI:NL:GHAMS:2021:4344
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van mishandeling
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was aangeklaagd voor mishandeling van een slachtoffer op 18 februari 2017 te Schiphol. De tenlastelegging hield in dat de verdachte het slachtoffer met zijn vuist in het gezicht zou hebben geslagen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 6 september 2021 heeft het hof de verklaringen van de betrokken partijen en getuigen zorgvuldig overwogen. De verklaringen van de aangever en de getuigen waren niet consistent, wat leidde tot twijfels over de feitelijke toedracht van het incident. Het hof concludeerde dat de feitelijke toedracht niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld voor de mishandeling. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters N. van der Wijngaart, F.M.D. Aardema en A. Dantuma-Hieronymus aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier was mr. S.L.D. Vriend.